Ons constitutionele bestel kent geen investituur, de noodzaak voor een kabinet expliciet het vertrouwen te verwerven van de Tweede Kamer, voordat het zijn werkzaamheden begint. Wij kennen slechts de motie van wantrouwen, zoals de motie-Deckers van 1939.
Als het toekomstige kabinet-Rutte een minderheidskabinet is, dan was het kabinet Kuyper (1901 - 1905) dat ook. Maar, zo werd het destijds door niemand genoemd.
De vaste adviseurs aan het begin van de formatie zijn niet voorgeschreven, maar zij scheppen wel kalmte en zij beschermen de koningin tegen de verdenking van politieke besluiten.