Achtergrond: kortstondige kabinetten

DEN HAAG (PDC) - Er zijn kabinetten met een vrij korte zittingsduur geweest. Het kabinet-Fransen van de Putte (1866) regeerde slechts 97 dagen. In de naoorlogse periode was het kabinet-Van Agt II het kortstzittende.

Dat een kabinet al na een jaar viel, kwam ook eerder voor. Dat gebeurde met het kabinet-Biesheuvel. Dat kabinet maakte in 1972 echter nog een 'doorstart' zonder deelname van DS'70.

Soms werd na een crisis een overgangskabinet gevormd, zoals Beel II (1958-1959), Zijlstra (1966-1967), Van Agt III (1982) en Balkenende III (2006-2007). Ook die zaten maar kort.

Overzicht

Kabinet-Van Agt II (1981-1982): 261 dagen
Het kabinet-Van Agt II werd gevormd door de partijen CDA, PvdA en D66. Financieel-economische problemen zorgden voor grote spanningen binnen dit kabinet, waardoor het kabinet nauwelijks aan regeren toekwam. Acht maanden nadat de PvdA een grote verkiezingsnederlaag had geleden tijdens de Statenverkiezingen viel het kabinet vanwege een conflict over bezuinigen. De PvdA-bewindslieden dienden hun ontslag in.

Kabinet-Balkenende I (2002-2003): 309 dagen
Het kabinet-Balkenende I bestond uit de partijen CDA, VVD en nieuwkomer LPF. Vanwege de enorme verkiezingswinst van deze partij was de vorming van een kabinet zonder deze partij onmogelijk. Uiteindelijk zorgden continue spanningen in de LPF en een zich spoedig openbarende verstoorde relatie tussen vicepremier Bomhoff en minister Heinsbroek op 15 oktober tot de aanzegging door minister De Boer dat beide ministers moesten terugtreden. Voordat zij daartoe hadden besloten, zegden de fractievoorzitters van CDA en VVD op 16 oktober het vertrouwen in het kabinet op.

Overgangskabinetten

Kabinet-Zijlstra (1966-1967): 134 dagen
Het kabinet-Zijlstra was een overgangskabinet dat het gevallen kabinet-Cals gedurende de periode 1966-1967 opvolgde. Belangrijkste doel van het kabinet was het uitschrijven van vervroegde Tweede Kamerverkiezingen en het afhandelen van lopende zaken, zoals de voorbereiding van de begroting voor 1967. Verder heeft het kabinet de omroepkwestie geregeld door aanvaarding in beide Kamers van de Omroepwet.

Zittingsduur

Hieronder een volledig overzicht van de zittingsduur van de kabinetten na de Tweede Wereldoorlog. Bij een kabinetscrisis is er sprake van een intern conflict binnen het kabinet of een conflict met de Eerste of Tweede Kamer, hierbij kan het kabinet ten val komen.

KabinetDagenBijzonderheden(Eventuele) val kabinet
Rutte IV904voortijdige gevallen2023
Rutte III1537voortijdig gevallen2021
Rutte II1816gehele periode
Rutte I753voortijdig gevallen2012
Balkenende IV1330voortijdig gevallen, voortgezet zonder PvdA2010
Balkenende III230nieuw gevormd tussenkabinet
Balkenende II1137tussentijdse crisis (2005), voortijdig gevallen2006
Balkenende I309voortijdig gevallen
Kok II1449tussentijdse crisis (1999), kort voor verkiezingen gevallen2002
Kok I1442gehele periode
Lubbers III1748gehele periode
Lubbers II1212voortijdig gevallen1989
Lubbers I1347gehele periode
Van Agt III159nieuw gevormd tussenkabinet
Van Agt II261tussentijdse crisis, voortijdig gevallen1982
Van Agt I1361gehele periode
Den Uyl1683kort voor verkiezingen gevallen1977
Biesheuvel I en II674tussentijds gevallen, zonder DS'70 Biesheuvel II1972
De Jong1553gehele periode
Zijlstra134nieuw gevormd tussenkabinet
Cals588voortijdig gevallen1966
Marijnen631voortijdig gevallen1965
De Quay1527tussentijdse crisis, gehele periode1960
Beel II147nieuw gevormd tussenkabinet
Drees IV800voortijdig gevallen1958
Drees III1503tussentijdse crisis, gehele periode1955
Drees II536nieuw gevormd tussenkabinet
Drees I951voortijdig gevallen1951
Beel I766einde door grondwetsherziening
Schermerhorn-Drees373einde door verkiezingen

*  N.B. Eventuele tussentijdse breuken in het kabinet zijn niet opgenomen in de bovenstaande cijfers.