Controle Eerste Kamer

Eerste Kamerleden hebben, net als hun collega's in de Tweede Kamer, recht op inlichtingen. Kamerleden kunnen daarnaast vragen stellen bij de behandeling van wetsvoorstellen en tijdens debatten over begrotingen. Verder zijn in het reglement van orde van de Eerste Kamer bepalingen opgenomen over het vragenrecht en het recht van interpellatie. Bovendien heeft de Eerste Kamer ook het recht van enquête, hoewel dat in de praktijk nog nooit is ingezet.

Van het vragenrecht wordt veel minder gebruikgemaakt dan in de Tweede Kamer. Per jaar worden circa 10 vragen gesteld en gemiddeld zijn er slechts een à twee interpellaties per vierjarige periode.

Het beperkte gebruik van de controlerechten is terug te voeren op het politieke primaat van de Tweede Kamer. Het vragenrecht richt zich bovendien vooral op zaken die nog niet door de Tweede Kamer aan de orde zijn gesteld, en op onderwerpen die specifiek met de behandeling van voorstellen in de Eerste Kamer samenhangen. Zo wordt soms gevraagd hoe het staat met de uitvoering van toezeggingen aan de Eerste Kamer.

1.

Inlichtingenrecht

Bij inlichtingenrecht is eigenlijk alleen het vragenrecht van belang. Interpellaties worden in de Eerste Kamer zelden gehouden.

De Eerste Kamer heeft echter nog nooit gebruik gemaakt van haar enquêterecht. In 1981 werd een voorstel tot het instellen van een enquête naar contracten over de verwerking van nucleair afval verworpen. Wel waren en in 1962-1963, en in 2011-2012 parlementaire onderzoeken. Ook in 2021 loopt een parlementair onderzoek naar de effectiviteit van anti-discriminatiewetgeving.

Bij het inlichtingenrecht spelen ook moties een rol.


meer over