Kabinet-Drees II (1951-1952)

Dit kabinet van de PvdA, KVP, CHU, VVD en een partijloze minister was een voorzetting van het eerste kabinet-Drees. Wel verschenen op enkele ministeries nieuwe gezichten en kreeg de CHU één ministerspost extra. PvdA-leider Willem Drees werd wederom premier. De ARP kon zich vinden in het programma, maar behield een voorbehoud bij de uitwerking daarvan en leverde geen ministers.

Het geschilpunt waarover het kabinet-Drees I was gevallen, het behoud van Nederlands Nieuw-Guinea, werd van de agenda afgehaald ('in de ijskast gezet').

De totstandkoming werd niet vooraf gegaan door verkiezingen. Het tweede kabinet-Drees ving op 15 maart 1951 zijn werkzaamheden aan. Het kabinet werd op 25 juni 1952 demissionair. Op 2 september 1952 trad het kabinet-Drees III aan als opvolger.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Formatie en regeringsverklaring

Formatie

Minister Stikker (VVD) van Buitenlandse Zaken kreeg de opdracht om informatie over oplossing van de ontstane crisis over Nederlands Nieuw-Guinea in te winnen. Hij was geen formateur, maar informateur. Tijdens de formatie, werd aanvankelijk geprobeerd om de positie van de PvdA te verzwakken, bijvoorbeeld door vervanging van Drees als premier. Uiteindelijk kreeg KVP-leider Romme het voor elkaar om het kabinet-Drees II te formeren, waarin enkele katholieke bewindspersonen waren vervangen en er (opnieuw) een CHU-minister kwam.

Spotprent kabinet Drees IIvergrootglas

Regeerprogramma en regeringsverklaring

Als regeerprogramma voor het kabinet Drees II diende het regeerprogramma van 1946 als basis. Op 17 maart 1951 legde premier Drees de regeringsverklaring af.

2.

Data en zittingsduur

3.

Samenstelling kabinet

Minister-president
Dr. W. Drees (PvdA)

Algemene Zaken
minister: Dr. W. Drees (PvdA)

Buitenlandse Zaken
minister: Mr. D.U. Stikker (VVD)
staatssecretaris: Mr. N.S. Blom (Partijloos)

Justitie
minister: Mr. H. Mulderije (CHU)

Binnenlandse Zaken
minister: Mr. J.H. van Maarseveen (KVP) (15 maart 1951 - 18 november 1951)
minister a.i.: Mr. F.G.C.J.M. Teulings (KVP) (21 november 1951 - 6 december 1951)
minister: Dr. L.J.M. Beel (KVP) (6 december 1951 - 2 september 1952)

minister voor Bescherming bevolking en burgerlijke verdediging
minister: Mr. F.G.C.J.M. Teulings (KVP)

Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
minister: Dr. F.J.Th. Rutten (KVP)
staatssecretaris: Mr. J.M.L.Th. Cals (KVP)

Financiën
minister: Mr.Dr. P. Lieftinck (PvdA) (15 maart 1951 - 1 juli 1952)
minister a.i.: Dr. W. Drees (PvdA) (1 juli 1952 - 2 september 1952)

Oorlog
minister: Ir. C. Staf (CHU)
staatssecretaris: H.C.W. Moorman (KVP)
staatssecretaris: Mr. F.J. Kranenburg (PvdA) (1 juni 1951 - 2 september 1952)

Marine
minister: Ir. C. Staf (CHU)
staatssecretaris: H.C.W. Moorman (KVP)

Wederopbouw en Volkshuisvesting
minister: Dr. J. in 't Veld (PvdA)

Verkeer en Waterstaat
minister: H.H. Wemmers (Chr. historisch, partijloos)

Economische Zaken
minister: Dr. J.R.M. van den Brink (KVP)

minister voor Middenstand, publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en productiviteitsbevordering
minister: Dr. A.H.M. Albregts (KVP)

Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
minister: S.L. Mansholt (PvdA)

Sociale Zaken
minister: Mr.dr. A.M. Joekes (PvdA) (15 maart 1951 - 15 september 1951)
staatssecretaris: Dr. P. Muntendam (PvdA) (15 maart 1951 - 15 september 1951)
staatssecretaris: Mr.dr. A.A. van Rhijn (PvdA) (15 maart 1951 - 15 september 1951)

Sociale Zaken en Volksgezondheid
minister: Mr.dr. A.M. Joekes (PvdA) (15 september 1951 - 2 september 1952)
staatssecretaris: Dr. P. Muntendam (PvdA) (15 september 1951 - 2 september 1952)
staatssecretaris: Mr.dr. A.A. van Rhijn (PvdA) (15 september 1951 - 2 september 1952)

Uniezaken en Overzeese Rijksdelen
minister a.i.: Dr. W. Drees (PvdA) (15 maart 1951 - 30 maart 1951)
minister: Ir. L.A.H. Peters (KVP) (30 maart 1951 - 2 september 1952)
staatssecretaris: L. Götzen (ARP)

4.

Wijzigingen in de samenstelling van het kabinet

De samenstelling van het kabinet wijzigde door het overlijden van een minister en het vertrek van een andere.

  • Van Maarseveen werd opgevolgd door Beel als minister van Binnenlandse Zaken

    In november 1951 overleed minister Van Maarseveen van Binnenlandse Zaken. Oud-minister-president Beel, die inmiddels hoogleraar in Nijmegen was geworden, volgde hem op.

5.

Zetelverdeling in parlement en kabinet

Het kabinet kon in zowel de Tweede als de Eerste Kamer rekenen op een ruime meerderheid. Hoewel de ARP een staatssecretaris leverde, zag deze partij zichzelf niet als regeringspartij (de partij was wel in beide Kamers vertegenwoordigd).

Bij de Eerste Kamerverkiezingen van 1951 en 1952 kwam de meerderheid van het kabinet niet in gevaar. Ook vonden er deze kabinetsperiode geen afsplitsingen van een van de regeringsfracties in de Tweede Kamer plaats.

 
 

KVP

PvdA

CHU

VVD

ARP

Partijloos

Totaal

Kabinet: ministers / (staatssecretarissen)

5/(2)

5/(2)

2/(0)

1/(0)

0/(1)

1/(1)

14/(6)

Tweede Kamer op 15 mrt 1951

32

27

9

8

-

-

76 (76%)

Eerste Kamer tot 16 sept 1951

17

14

5

3

-

-

39 (78%)

Eerste Kamer van 18 sept 1951 tot 15 juli 1952

16

14

6

4

-

-

41 (80%)

Eerste Kamer vanaf 15 juli 1952

17

14

6

4

-

-

41 (82%)

6.

Financieel-economisch beleid

Het kabinet-Drees II regeerde slechts een kleine anderhalf jaar. In economisch opzicht was de Nederlandse toetreding tot de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS, een eerste voorloper van de EEG, EG en EU) in 1951 de belangrijkste gebeurtenis. Verder trad in 1952 de Werkloosheidswet (WW) in werking, en brachten de ministers Van den Brink (Economische Zaken) en Albregts (minister zonder portefeuille, voor Economische Zaken) een winkelsluitingswet tot stand die er vooral voor zorgde dat winkels op allerlei dagen en tijden (zondag, 's avonds en als de gemeenteraad dat besloot nog een halve dag per week) niet open mochten zijn.

7.

Wetgeving

Het kabinet bracht naast een nieuwe Winkelsluitingswet onder meer een Kinderbijslagwet voor zelfstandigen tot stand. Verder kwamen er wetten over de bescherming van de burgerbevolking en om de regering bijzondere bevoegdheden te geven in geval van oorlogsdreiging of binnenlandse onrust.

8.

Bijzonderheden

Kwestie Nieuw-Guinea

Het geschilpunt dat leidde tot de val van het eerste kabinet-Drees, de positie van Nieuw-Guinea in de Nederlands-Indonesische Unie, werd in de 'ijskast' gezet. Het kabinet richtte in plaats daarvan op het te voeren financieel-economische beleid.

Koreaoorlog

Nederlandse militairen namen in VN-verband deel aan de strijd tussen Noord- en Zuid-Korea. De Korea-crisis leidde tot een lichte economische recessie.

EGKS

Als eerste stap naar een mogelijke Europese eenwording wordt Nederland in 1951 lid van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). Naast Nederland treden ook België, Luxemburg, Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland en Italië toe.

Eerste televisie-uitzending

Op 2 oktober 1951 vond de eerste officiële tv-uitzending plaats.

9.

Troonrede

Eén keer droeg Koningin Juliana tijdens deze kabinetsperiode de troonrede voor. Deze stond vooral in het teken van de Korea-oorlog en de economische gevolgen daarvan.


Meer over


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.