Tilburgse hoogleraar en secretaris van de Katholieke werkgeversvereniging die in het tweede kabinet-Drees als minister zonder portefeuille belast was met het beleid inzake productiviteitsbevordering. Was met Van den Brink in 1951 verantwoordelijk voor een vernieuwing van de Winkelsluitingswet. Geen opvallende minister, omdat hij nogal overvleugeld werd door minister Van den Brink. Keerde nadien terug naar de wetenschap.
directeur/secretaris KVW (Katholiek Verbond van Werkgeversvakverenigingen), van 1945 tot 15 maart 1951
algemeen secretaris AKWV (Algemene Katholieke Werkgeversvereniging), van 1 februari 1946 tot 15 maart 1951
buitengewoon hoogleraar internationale economische politiek, Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg, van mei 1949 tot 15 maart 1951
minister zonder portefeuille, belast met middenstand, kartelbeleid, publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en productiviteitsbevordering in het gehele Nederlandse bedrijfsleven, van 15 maart 1951 tot 2 september 1952
buitengewoon hoogleraar internationale economische politiek, Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg, van september 1952 tot 1 december 1970
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/20)
lid Raad van Commissarissen scheepswerf "Gusto" te Schiedam, omstreeks 1966
lid Raad van Commissarissen Internationale Handelscombinatie Holland
voorzitter Raad van Overleg voor sociaal-economische aangelegenheden van NKV-AKWV-NKOV-KNBTB, vanaf 1962
lid Raad van Commissarissen AMEV (Algemene Maatschappij tot Exploitatie van Verzekeringsmaatschappijen), van december 1966 tot 1972
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig)
Bracht in 1951 de Productiviteitsnota uit, daarin staan als doelen: een redelijk welvaartsniveau (ook voor de minst-draagkrachtigen), toename van de arbeidsproductiviteit met tien procent in de volgende twee jaren, verbetering van de organisatie van het bedrijfsleven en bevordering van prestatiebeloning.
als bewindspersoon (wetgeving)
Bracht in 1952 samen met minister Van den Brink de Winkelsluitingswet (Stb. 38) tot stand. Alle verkoop op zondag werd verboden; in winkels gold dat verbod ook op werkdagen voor 05.00 uur en na 18.00 uur. In beide gevallen waren echter vrijstellingen mogelijk. Voor alle winkels kon de gemeenteraad verder een verplichte halvedagsluiting per week en een verplichte vakantiesluiting instellen. Op een aantal avonden voor Sinterklaas en Kerstmis en op Oudejaarsavond mochten koopavonden worden gehouden. De gemeenteraad kon tevens per week één koopavond toestaan. Er waren afwijkende openingstijden voor markt- en straathandel, vis- en tabakswinkels en kapperswinkels. (1.735)
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
Zijn grootmoeder van vaderszijde was een Belgische
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
M.H. Verweij, "Albregts, minister voor productiviteitsbevordering", in: J.J.M. Ramakers (ed.), "Het kabinet-Drees II, 1951-1952", 44-47
Wie is dat? 1956
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.