De Kiesraad heeft op 10 maart de stemwaarden voor de Eerste-Kamerverkiezingen van 26 mei bekendgemaakt. Met de stemwaarden wordt een verband gelegd tussen de stem van een Statenlid en het inwonertal van de provincie. De stemwaarde van een Statenlid uit een provincie met veel inwoners is hoger dan die van een lid uit een dunner bevolkte provincie.
Als een Statenlid op 26 mei uitbrengt op een kandidaat voor de Eerste Kamer, wordt die stem met de stemwaarde vermenigvuldigd.
De stemwaarde wordt berekend door het inwonertal van de provincie te delen door het honderdvoud van het aantal Statenleden. Er wordt uitgegaan van het inwonertal op 1 januari 2003
| provincie | inwonertal | aantal statenleden | stemwaarde |
| Groningen | 573.225 | 55 | 104 |
| Fryslân | 640.060 | 55 | 116 |
| Drenthe | 481.472 | 51 | 94 |
| Overijssel | 1.100.728 | 63 | 175 |
| Flevoland | 351.558 | 47 | 75 |
| Gelderland | 1.960.384 | 75 | 261 |
| Utrecht | 1.152.357 | 63 | 183 |
| Noord-Holland | 2.572.809 | 83 | 310 |
| Zuid-Holland | 3.439.913 | 83 | 414 |
| Zeeland | 378.163 | 47 | 80 |
| Noord-Brabant | 2.400.164 | 79 | 304 |
| Limburg | 1.142.009 | 63 | 181 |
bron: Kiesraad