Minister-president 'van buiten'

Het merendeel van de minister-presidenten was eerder Kamerlid of minister geweest. Na 1945 gold dat alleen niet voor Schermerhorn (1945). Hij was hoogleraar. De Quay (1959) had slechts geringe ervaring als minister in het oorlogskabinet-Gerbrandy, dat regeerde in een parlementloos tijdperk. Net als Schoof (2024) had ook Balkenende (2002) had geen ministeriële ervaring toen hij premier werd. Hij was wel Tweede Kamerlid.

Vóór 1940 kwamen de minister-presidenten De Meester, Cort van de Linden en Ruijs de Beerenbrouck van buiten de directe landelijke politiek. De Meester was bestuurder in Nederlands-Indië, Cort van der Linden was lid van de Raad van State en Ruijs was Commissaris van de Koningin in Limburg. Die laatste was echter wel oud-Tweede Kamerlid.

Premier die niet eerder minister was

naamjaarpartijfunctie
Schoof2024partijloossecr.generaal Justitie
Rutte*2010VVDTweede Kamerlid
Balkenende2002CDATweede Kamerlid
Schermerhorn1945VDBhoogleraar
Ruijs de Beerenbrouck1918RK(SP)Commissaris vd Koningin
Heemskerk1908ARPTweede Kamerlid
De Meester1905Lib.Uniebestuurder Ned.Indië
Kuyper1901ARPTweede Kamerlid

*  was wel eerder ruim vier jaar staatssecretaris

Premier van buiten de politiek

naamjaarpartijfunctie
Schoof2024partijloossecr.generaal Justitie
De Quay*1959KVPCommissaris vd Koningin
Schermerhorn1945VDBhoogleraar
Cort van der Linden**1913lib.lid Raad van State
De Meester1905Lib.Uniebestuurder Ned.Indië

*  was in 1945 wel kortstondig minister geweest
** was in 1897-1901 minister geweest


Meer over