Hoge onderscheiding voor Mark Rutte, maar nog geen ambtstitel
DEN HAAG (PDC) - Bij Koninklijk Besluit van 2 juli is aan oud-premier Mark Rutte de hoogste onderscheiding toegekend: Ridder Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het is gebruikelijk dat aftredende bewindspersonen een koninklijke onderscheiding krijgen. De hoogste wordt zelden verleend.
Eerder kregen Drees (1958) en Lubbers (1994) deze hoge onderscheiding. Kok kreeg in 2002 het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau. In een verder verleden ging het grootkruis naar onder anderen Thorbecke (1863), Pierson (1901), Cort van der Linden (1926), Colijn (1936), Gerbrandy (1946), Beel (1972) en Zijlstra (1981). Niet altijd werd de onderscheiding dus direct na aftreden als premier toegekend.1)
Het is vrij gebruikelijk dat oud-minister-presidenten ook de ambtstitel minister van staat kregen (Van Agt was een uitzondering). Soms werd die titel zelfs al tijdens de actieve loopbaan verleend. Ruijs de Beerenbrouck kreeg de titel in 1927, Colijn in 1929, De Geer in 1933 en Beel in 1956. Drees werd direct na zijn aftreden minister van staat. Bij Lubbers (1995), Kok (2003) en Balkenende (2022) gebeurde dat pas later.
-
1)Onderscheiden tijdens het ministerschap is sinds 1994 niet meer mogelijk.