Hofdignitaris, ambachtsheer en militair, die negen jaar in de Eerste Kamer zat. Was aanvankelijk officier en later maire (burgemeester) van Noordwijk. Maakte als notabele deel uit van de vergadering die in 1814 in Amsterdam over de Grondwet besliste. Werd in 1820 gedeputeerde van het zuidelijk deel van Holland. Was zo loyaal aan de koning dat hij in 1848 vóór de liberale grondwetsherziening stemde.
W.A.W. graaf van Limburg Stirum Noordwijk
regeringsgezinden ten tijde van Willem I en Willem II
functie(s) in de periode 1814-1849: lid notabelenvergadering, lid Eerste Kamer
Inhoud
Personalia
geboorteplaats en -datum
's-Hertogenbosch, 16 april 1786
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 15 januari 1855
Partij/stroming
stroming(en)
regeringsgezind (ten tijde van Willem I en Willem II)
Hoofdfuncties/beroepen (5/7)
- maire van Noordwijk
- lid Vergadering van Notabelen, 29 en 30 maart 1814 (voor het departement Monden van de Maas)
- lid Provinciale Staten van Holland, van 6 juli 1819 tot 6 augustus 1840 (voor de Ridderschap)
- lid Gedeputeerde Staten van het zuidelijk gedeelte van Holland, van 6 juli 1820 tot 6 juli 1840
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 6 augustus 1840 tot 13 februari 1849
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
- kamerjonker, vanaf 1814
- lid Ridderschap van Holland, vanaf 1818
- kamerheer-ceremoniemeester van het koninklijk huis, van 1 maart 1835 tot 17 februari 1849
- lid Commissie van Toezicht Koninklijke Muziekschool, omstreeks 1842
Activiteiten
als parlementariër
- Stemde in 1848 vóór de Grondwetsherziening
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
- Een zoon van hem was burgemeester van Noordwijkerhout
predicaten/adellijke titels
- baron de l'empire, 27 januari 1813
- graaf, 24 augustus 1814
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VII, 768
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.