bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Vader van de antirevolutionaire voorman Guillaume Groen van Prinsterer. Was arts, onder meer van koning Lodewijk Napoleon, en gezondheidsinspecteur. Kwam in 1811 in het stadsbestuur van Den Haag en had zitting in de Notabelenvergadering van 1814. Was nadien raads- en Statenlid en staatsraad in buitengewone dienst.
functie(s) in de periode 1814: lid notabelenvergadering
lid stedelijke raad van 's-Gravenhage, van 2 januari 1816 tot 2 maart 1837
lid Provinciale Staten van Holland, van 2 juli 1816 tot 2 maart 1837 (voor de steden, 's-Gravenhage)
referendaris eerste klasse, Raad van State, van 1 januari 1819 tot 23 september 1822
lid in buitengewone dienst, Raad van State, van 23 september 1822 tot 2 maart 1837
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
Hij bouwde in de jaren 1804-1806 het staatsgeneeskundig toezicht op en had een belangrijk aandeel in totstandkoming van de wet van 3 juli 1807 inzake de gezondheidszorg
Voorstander van begraafplaatsen buiten de steden
uit de privésfeer
Oprichter van begraafplaats "ter navolging" te Scheveningen
Actief voor de instandhouding van het Haagse bos en de groei van Scheveningen als badplaats, doch tegenstander van het kanaal naar Scheveningen
Zijn vader was predikant in Heeze en Leende, en in Uitwijk en Waardhuizen
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel VII, 129
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 977
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.