partijloos
functie(s) in de periode 1939-1941: minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Adriaan Quirinus Hendrik
geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 10 september 1889
overlijdensplaats en -datum
De Steeg (gem. Rheden), 22 januari 1953
Partij/stroming
partij(en)
partijloos
Hoofdfuncties/beroepen (5/18)
- minister van Defensie, van 10 augustus 1939 tot 12 juni 1941
- namens de regering in Londen belast met bijzondere opdrachten, van december 1944 tot april 1945
- gedetacheerd bij SHAEF (Supreme Headquarters Allied Expiditionary Force) te Reims, van 26 april 1945 tot 9 mei 1945
- waarnemend chef van de Generale Staf, van 9 mei 1945 tot 1 november 1945
- lid Hoog Militair Gerechtshof, van 1 juli 1946 tot 22 januari 1953 (benoemd bij K.B. van 22 juni 1946)
officiersrangen (4/8)
- luitenant-kolonel der infanterie, van 1 november 1938 tot november 1940
- kolonel der infanterie, van november 1940 tot 31 december 1941
- generaal-majoor der infanterie, van 31 december 1941 tot 9 november 1945
- luitenant-generaal der infanterie, vanaf 9 november 1945
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
- lid bestuur Vereeniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, van 1930 tot 1937
- lid commissie technische reglementen, Koninklijke Landmacht, van 1931 tot 1938
- redacteur "De Militaire Spectator", van 1932 tot 1938
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Was in 1940 verantwoordelijk voor de vervanging van generaal I.H. Reynders door generaal H.G. Winkelman als opperbevelhebber van het Nederlandse leger. Reynders wilde op meer terreinen bevoegdheden op grond van de staat van beleg krijgen. De regering voelde daar niet voor. Bovendien was er een geschil van mening over de verdedigingsstrategie in Zuid-Nederland (Raam-Peel-Stelling).
Wetenswaardigheden
algemeen
- Verscheen slechts enkele keren in het parlement en verdedigde daar alleen in november 1939 een wetsvoorstel over het langer onder de wapenen blijven van dienstplichtigen
- Trad af als minister, omdat er onvoldoende vertrouwen in zijn beleid bestond bij de andere ministers (uitgezonderd Steenberghe) en, met name bij koningin Wilhelmina. De koningin verloor het vertrouwen in hem vanwege zijn opvatting dat een Duitse invasie in Engeland te verwachten en ook kansrijk was en onderhandelingen geboden waren. Daarnaast waren er conflicten over het interneringsbeleid van de Centrale Inlichtingen Dienst en over de personele bezetting van het Bureau Bijzondere Aangelegenheden van het ministerie van Defensie. Hij aarzelde lang uitvoering te geven aan de door de koningin gewenste overplaatsing van D. van Voorst Evekink, hoofd van dat bureau.
- Had begin 1941 vijf keer met aftreden gedreigd. De 'ijzige' behandeling door de koningin deed hem uiteindelijk besluiten zijn ontslag te nemen.
- Wilde in mei 1945 alleen waarnemend chef van de Generale Staf zijn, om de weg vrij te houden voor benoeming een in rang hogere officier
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- P.M.H. Groen, "Dijxhoorn, Adriaan Quirinus Hendrik (1889-1953)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 156
- L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945", deel I, 617-619
- J.A. Eigeman, "De Enquêtecommissie en de wisseling in het opperbevel in Februari 1940: Een militair-staatsrechtelijke studie" (1949)
- T. van Gent, "De minister en de majesteit. Adriaan Dijxhoorn, minister van Defensie in oorlogstijd" (2022)
- Ned. Patriciaat, 1973
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.