Algemeen Bestuur 1813-1814

Op 20 november 1813 verklaarden Frans-Adam van der Duyn van Maasdam en Gijsbert Karel van Hogendorp dat zij totdat de Erfprins, Willem van Oranje-Nassau, ging regeren, in zijn naam het Algemeen Bestuur zouden vormen. Zij stelden in een proclamatie dat regeerloosheid (met name in steden) moest worden voorkomen en dat velen een beroep op hen hadden gedaan. 

Het Algemeen Bestuur stelde onder andere lokale en provinciale bestuurders en militaire gouverneurs aan. Op 30 maart 1814 kwam het bestuur in handen van de soeverein vorst.

Proclamatie 20 november 1813
 

Het Algemeen Bestuur nam diverse besluiten, zoals de melding dat hun besluiten via de Haagsche Courant bekend zouden worden gemaakt.

Leopold graaf van Limburg Stirum, werd door hen aangesteld als Gouverneur van de gewapende macht in Holland. Ten onrechte wordt daardoor vaak gesproken van 'het Driemanschap'. Van Limburg Stirum speelde vooral een rol door zijn dreiging om een militair bewind te vestigen als de vroegere regenten niet in actie zouden komen. Van het Algemeen Bestuur maakte hij echter geen deel uit. Wel was hij voor de komst van Van Hogendorp aangesteld als de (militair) gouverneur van 's-Gravenhage.

De Erfprins verklaarde op 2 december 1813 de soevereiniteit te zullen aanvaarden, onder waarborging 'eener vrije constitutie, welke [uwe] vrijheid tegen volgende mogelijke misbruiken verzekert." [In een tweede proclamatie werd gesproken van een 'wijze' Constitutie].

Na het tot stand komen van de Grondwet op 29 maart 1814 werd Willem een dag later in Amsterdam ingehuldigd als soeverein vorst.


Meer over