Nacht van Rutte (2021): 'Geen actieve herinnering'

Dit is een artikel in de serie Wandelingen door de Handelingen, een kijkje in de Nederlandse parlementaire geschiedenis aan de hand van spraakmakende debatten.

Tijdens de Nacht van Rutte dreigde even het einde van het premierschap van Mark Rutte (VVD). Hij bleek onterecht gezegd te hebben dat hij niet over CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt had gesproken tijdens de formatiegesprekken. Hijzelf zei in het debat niet gelogen te hebben, maar er geen herinneringen aan te hebben. Zijn coalitiegenoten vielen hem vervolgens af in het debat, maar waren niet bereid hem weg te sturen.

Inhoud

  1. Achtergrond
  2. "Ik heb niet gelogen"
  3. "Hier scheiden onze wegen"
  4. "Via-via"

Achtergrond

Aan het begin van de kabinetsformatie 2021-2022, op 25 maart 2021, werden de notities van D66-verkenner Kajsa Ollongren gefotografeerd nadat zij vanwege een coronabesmetting met spoed de onderhandelingstafel moest verlaten. Meest opvallend was de aantekening "Positie Omtzigt, functie elders", verwijzend naar het CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt. Omtzigt had in de jaren daarvoor een rol gespeeld in het blootleggen van de toeslagenaffaire, wat de aanleiding was voor het kabinet-Rutte III om ontslag aan te bieden vlak voor de verkiezingen. De aantekening wekte de indruk dat er gezocht werd naar een manier om het 'lastige' Kamerlid weg te krijgen naar een andere functie.

De vraag was vervolgens van wie de uitspraken afkomstig waren. Alle fractievoorzitters ontkenden over hem gesproken te hebben en de verkenners beweerden dat het sloeg op een ambtelijke analyse van het nieuws. Op 1 april 2021 debatteerde de Kamer over de kwestie. In de ochtend kregen de fractievoorzitters hun aantekeningen te zien, die vervolgens werden gepubliceerd. Daaruit bleek dat VVD-leider en minister-president Mark Rutte over Omtzigt had gesproken, wat hij eerder had ontkend.

Hoop dat CDA zich herpakt. Je hebt ze wsl wel nodig, het wordt erg ingewikkeld zonder het CDA. Wellicht is er meer tijd nodig. Als Wopke meer stemmen heeft dan Omtzigt, gaat dat helpen. Je moet wat met Omtzigt: minister maken

Ambtelijk verslag van gesprek met Rutte (niet per se letterlijk citaat)

Niet alleen Rutte, maar ook de verkenners Ollongren en Annemarie Jorritsma hadden dit niet gemeld. Ollongren wilde daarom voor het debat al aftreden als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Rutte wist haar daarvan te weerhouden. D66-leider Sigrid Kaag, die zich tijdens de campagne afgezet had van Rutte met de slogan 'Nieuw leiderschap', liet Ollongren weten een eventuele motie van wantrouwen tegen haar te steunen. Zover kwam het echter niet, omdat de Kamer zich primair richtte op Rutte.

Rutte ontkende gelogen te hebben. Hij verdedigde zich door te zeggen dat hij het zich niet had kunnen herinneren. Tijdens het debat werden eerdere situaties opgerakeld waar Rutte eveneens onwelgevallige zaken was vergeten ("geen actieve herinnering"). Hij verwees ook naar een eerdere uitspraak in RTL tijdens de verkiezingscampagne van CDA-leider Wopke Hoekstra, die een ministerpost voor Omtzigt opperde.

Een opmerkelijke wending kreeg het debat toen FVD-leider Thierry Baudet vroeg wanneer Rutte te weten was gekomen wat in de stukken stond. Rutte antwoordde dat hij al vroeg in de ochtend "via-via" te horen gekregen wat er in stond. De vraag, onder meer aan de voormalige verkenners, was vervolgens wie dit had gelekt. Het verlegde gedeeltelijk de focus van het debat, waardoor het minder ging over Ruttes uitspraken over Omtzigt.

Het debat eindigde met de vertrouwensvraag. Een motie van wantrouwen tegen premier Rutte werd verworpen, maar een motie van afkeuring tegen Rutte als fractievoorzitter werd door alle andere partijen gesteund. Het compliceerde de kabinetsformatie. D66-leider Kaag leek samenwerking met Rutte uit te sluiten door in het debat te zeggen: "hier scheiden onze wegen". ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers, eveneens coalitiegenoot, sloot twee dagen later samenwerking uit (op Goede Vrijdag). Beide partijen kwamen daar gaandeweg de langste formatie ooit op terug; het kabinet-Rutte IV bestond uit dezelfde partijen als Rutte III.

"Ik heb niet gelogen"

De heer Rutte (VVD): (...) Ten tweede heb ik in diezelfde interviews gezegd dat ik in mijn gesprek met de verkenners niet over Pieter Omtzigt heb gesproken. Uit het verslag van mijn gesprek blijkt dat het wel over Pieter Omtzigt is gegaan. Dat roept terecht veel vragen op. Ik kan u dit zeggen. Ik heb naar eer en geweten de pers te woord gestaan over wat ik dacht wel en niet te hebben gezegd in dat gesprek bij de verkenners. Ik heb mij dat achteraf verkeerd herinnerd. Ik betreur dat ten zeerste.

De voorzitter:
Heeft u nog meer opmerkingen op dit punt? Dan ga ik naar de interrupties. Ik begin bij mevrouw Marijnissen, dan mevrouw Ploumen en de heer Wilders.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik weet werkelijk waar niet wat ik hoor. Dit lijkt gewoon weer een oud staaltje "ik heb er geen herinneringen aan". Waar kennen we dat van en hoe vaak hebben we dat inmiddels niet gehoord van deze minister-president?

(...)

De heer Rutte (VVD): Ik heb niet gelogen. Als je het verslag ziet, blijkt dat het wel over Omtzigt is gegaan, maar wat ik net heb gezegd, is naar eer en geweten. Die herinnering was dus fout en dat betreur ik. Maar wat er inhoudelijk staat, is precies hoe de VVD erin zit en zoals ik dat ook tegen onze collega Wopke Hoekstra heb gezegd.

Handelingen Tweede Kamer 1 april 2021

"Hier scheiden onze wegen"

Mevrouw Kaag (D66): Meneer Rutte, u kent mij. Ik sta hier dan ook met zwaar gemoed. Want u heeft vorige week op dat moment ook namens mij met de NOS gesproken — u noemde het zelf ook al — en bevestigd dat wij allebei geen bijdrage hadden geleverd/opmerkingen hadden gemaakt over Pieter Omtzigt. Hier scheiden onze wegen. Want in de politiek en in het leven heeft een mens hopelijk een goede gezondheid, maar het grootste goed is de individuele integriteit, voor de woorden kunnen staan. Ik heb daarover drie vragen. Heeft u nooit, zoals ook anderen hebben gevraagd, de film in uw hoofd afgespeeld: heb ik het ooit over Pieter Omtzigt als Kamerlid gehad, ben ik bezig geweest met functies? U houdt namelijk van regelen. Ik weet dat ik dat niet heb gedaan. U kunt in het verslag zien dat ik het over geen enkele persoon heb gehad, want ik heb vanuit de inhoud gewerkt. Maar ook ik ben die film zelf afgegaan om te denken: zou het mogelijk geweest zijn dat ik wie dan ook heb genoemd? Dat is één.

Mevrouw Marijnissen (SP): Nou, even aanhakend op dat laatste punt. U heeft gezegd: hier scheiden onze wegen. U heeft ook aangegeven dat u meermaals de vraag aan Mark Rutte heeft gesteld en u zegt: ik heb daar geen antwoorden op gehad. Dan lijkt mij hier de volgende vraag toch gerechtvaardigd. Ook voor de helderheid is dit belangrijk om te weten. Betekent dat dan dat D66 zegt: met deze VVD — laat ik het even zo formuleren — onder leiding van Mark Rutte, die verantwoordelijk is voor een patroon van onwaarheden, die uw vraag in ieder geval niet heeft beantwoord, is het voor D66 geen optie om dat zo geambieerde nieuwe leiderschap vorm te geven?

Mevrouw Kaag (D66): Leiderschap moeten we allemaal zoeken en zeker de vernieuwing daarin. Ik denk dat ik eerst afwacht wat de tweede termijn gaat bieden en wat de antwoorden zullen zijn. Er zijn fundamentele vragen door veel mensen gesteld. Ik heb er zelf ook op ingezoomd. Het is heel belangrijk te weten hoe we de paasperiode ingaan en die zal ik ook benutten als een periode van bezinning en reflectie. Dat zal ons allemaal, denk ik, ten goede komen om de weg vooruit op een nieuwe manier mogelijkerwijs te kunnen starten.

"Via-via"

De heer Baudet (FVD):
Ik heb twee vragen. Is de minister vanochtend naar het verkennerskantoor gegaan om die mails te lezen, of heeft hij daarvan op een andere manier kennisgenomen?

De heer Rutte (VVD):
Nee, ik ben niet vanmorgen naar het verkennersbureau gegaan. Ik hoorde vanmorgen om 7.30 uur, via via, niet wat er verder in de stukken stond, maar wel specifiek dat het er zo in stond over Omtzigt. Ik hoorde dat om 7.30 vanmorgen.

De heer Baudet (FVD):
Dit begrijp ik niet helemaal. Kunt u iets specifieker zijn over de manier waarop dit nou is gegaan? Heeft u om 7.30 uur via via uw eigen gespreksnotities toegestuurd gekregen?

De heer Rutte (VVD):
Nee, ik heb niets toegestuurd gekregen. Ik hoorde om 7.30 uur vanmorgen — ik kan de bron niet onthullen; dat is vertrouwelijk …

(...)

De heer Klaver (GroenLinks): (...) Ik zou het volgende willen voorstellen. We stellen de heer Rutte nogmaals de vraag wat "via via" betekent, en hij heeft de mogelijkheid om te antwoorden. Zo niet, dan schorsen we dit debat en dan halen we het hele kantoor van de verkenner overhoop, want ik wil nu weten waar deze informatie vandaan komt. Wij hebben vanochtend inderdaad tussen 9.00 uur en 10.00 uur daar naar de informatie kunnen kijken. Als je om 7.30 uur deze informatie hebt gehad … Óf de heer Rutte vertelt het ons, óf we gaan opnieuw informatie opvragen. Wie heeft er vanochtend contact gehad met de heer Rutte? Welke documenten zijn er gedeeld?

De heer Rutte (VVD): Voorzitter. Ik heb van de schorsing gebruikgemaakt om er ook zelf nog eens even goed over na te denken. Voordat ik met mijn reactie kom, een paar inleidende woorden. In de eerste plaats roep ik in herinnering dat ik gisteren zelf heb voorgesteld mijn verslag ongewijzigd openbaar te maken en de andere niet. Volgens mij blijkt daaruit dat ik niets wilde toedekken. Ik heb gisteren ook een mail gestuurd aan u, voorzitter, dat mocht het zo zijn dat we de verslagen van tevoren kunnen inzien en desnoods nog wijzigen, ik dat niet zou doen. Ik kreeg vanmorgen om 7.30 uur een niet-gevraagd telefoontje van iemand, die via via had vernomen dat ik vermoedelijk Pieter Omtzigt toch genoemd zou hebben in het verslag van mijn gesprek of in ieder geval in de aantekeningen van mijn gesprek met de twee informateurs. Ik heb daar net over nagedacht. Ik heb besloten die bron niet te onthullen. Ik heb ook besloten dat ik verdere vragen daarover uiteraard zo goed mogelijk zal beantwoorden, maar niet nader zal ingaan op die bron. Dus dan is dat de conclusie van mijn reflectie.

Handelingen Tweede Kamer 1 april 2021