Het F-16 debat

Op 5 juni 1975 debatteerde de Tweede Kamer over de keuze voor nieuwe gevechtsvliegtuigen. Toenmalig minister van Defensie, Henk Vredeling (PvdA), kwam hierdoor in een lastig parket. Zijn partij was namelijk fel tegen de aanschaf van de beoogde vliegtuigen: de F-16.

Inhoud

  1. Aanloop
  2. Ophef
  3. Debat en afloop

Aanloop

Eind jaren ’60 was het al duidelijk dat de Nederlandse straaljagers van de Koninklijke Luchtmacht (de Starfighter) binnenkort toe zouden zijn aan vervanging. Het kabinet-Den Uyl moest hier in 1975 uiteindelijk over beslissen.

In september 1974 liet het kabinet de Kamer weten in te zetten op de aanschaf van 107 F-16’s. De totale aankoop zou 2,3 miljard gulden moeten kosten.

Aangezien de meeste confessionele en rechtse partijen al duidelijk hadden gemaakt voor de komst van de F-16 te zijn, had zich begin 1975 al een Kamermeerderheid aangetekend. Hiermee leek het dan ook een eenvoudig debat te worden, ware het niet dat de partij van de Defensieminister fel tegen was.

Ophef

Binnen PvdA ontstond er veel ophef over het kabinetsbesluit. Men wilde zo weinig mogelijk bijdragen aan de bewapeningswedloop. Defensiewoordvoerder Piet Dankert pleitte daarom ook voor een goedkoper en ‘lichter’ vliegtuig.

Joop den Uyl moest reddend optreden om de fractie bij elkaar te houden. Hij vond dat de fractie haar standpunt mocht handhaven, maar verzocht dit wel gematigd te doen. Anderzijds vroeg hij Vredeling om minder F-16's aan te schaffen dan hij voorheen had beloofd.

Toenmalig staatssecretaris van Defensie Bram Stemerdink (PvdA) schreef hierover in zijn dagboek: "Conlusie uit dit gesprek: Vredeling en de fractie staan recht tegenover elkaar; fractie eist aftreden niet; Vredeling ziet geen andere mogelijkheid tenzij (dit tussen de regels door) de fractie niet al te krachtig haar standpunt verdedigt."1)

In april 1975 hield PvdA haar congres. Hierin werd de keuze voor F-16’s zelfs afgewezen. Vredeling zei hierover: "congressen kopen geen vliegtuigen". Dit viel uiteraard niet goed bij veel van zijn partijgenoten.

Toen het kabinet op 23 mei aangaf voor de F-16’s te gaan, kondigde PvdA-fractievoorzitter Ed van Thijn aan een motie in te dienen waarin dit besluit werd afgewezen.

VVD had een bijzondere rol in dit verhaal. De partij was erg voor de F-16 en wilde zelfs dat het kabinet er meer zou aanschaffen. Hans Wiegel had evenwel aangekondigd met de motie-Van Thijn mee te gaan stemmen om het kabinet te laten vallen. Dit werd door veel ander partijen gezien als bijzonder opportunistisch.

Debat en afloop

Op 5 juni 1975 debatteerde de Tweede Kamer over hoe de Starfighter vervangen moest worden. Ondanks alle ophef vooraf werd snel duidelijk dat PvdA geen kabinetscrisis wilde veroorzaken. De ‘gematigde route’ die Den Uyl voor ogen had werd bewandeld.

Dankert diende weliswaar een motie in, maar dit was expliciet geen motie van wantrouwen. Het kabinet werd slechts verzocht om haar standpunt te ‘heroverwegen’. Ook de reactie van minister Vredeling was gematigd, waarbij hij de motie niet als ‘onaanvaardbaar’ bestempelde. De motie werd uiteindelijk alleen door PvdA en PSP gesteund.

Hierdoor liep het debat, wat een lange aanloop kende, af met een sisser. De aanschaf van 84 F-16’s werd toegezegd, met daarbij een extra toezegging dat er nog eens 18 toestellen werden gekocht. Door die laatste toezegging trok van Hannie van Leeuwen (ARP) haar motie terug waarin ze vroeg om de directe aanschaf van 102 toestellen.


1) Dagboeken van Bram Stemerdink. De oud-minister van defensie over: Luns, de generaals, verdeling en de F-16, Walrus, Den Uyl, Bondgenoot V.S. (Meppel 1986)