Dit is een artikel in de serie Wandelingen door de Handelingen, een kijkje in de Nederlandse parlementaire geschiedenis aan de hand van spraakmakende debatten.
Tijdens en na de coronacrisis bereikten de omgangsvormen in de Tweede Kamer een nieuw dieptepunt. Met name Forum voor Democratie (FVD) uitte complottheorieën over bewindspersonen, die ertoe leidden dat de bewindspersonen in kwestie beveiligd moesten worden.
De Tweede Kamer scherpte weliswaar de gedragsregels aan, maar de Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp had moeite om deze te handhaven. Bewindspersonen besloten daarom zelf hun ongenoegen kenbaar te maken. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hugo de Jonge keek bijvoorbeeld bewust weg als FVD sprak.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van 2022 werd een nieuwe grens overschreden voor het kabinet. Nadat door FVD-leider Thierry Baudet geïnsinueerd werd dat minister van Financiën Sigrid Kaag een spion is, verlieten eerst Eric van der Burg, De Jonge en Marnix van Rij de Kamer, uiteindelijk gevolgd door de rest van het kabinet.
Na een schorsing keerde alleen premier Mark Rutte namens het kabinet terug. Omdat Baudet weigerde zijn woorden terug te nemen, mocht hij zijn bijdrage niet afmaken.
Vervolgens ontstond er een debat tussen fractievoorzitters en Kamervoorzitter over de vraag of het wel aan kabinet is om tijdens een debat de zaal te verlaten. Zij waren immers bij het debat op verzoek van de Kamer. Na een nieuwe schorsing werd het debat vervolgd, zonder de bijdrage van Baudet maar met het kabinet in vak K (de plek in de Tweede Kamer waar het kabinet zit).
Handelingen Tweede Kamer 21 september 2022
De heer Baudet (FVD): Een goed voorbeeld is St Antony's College in Oxford, waar Sigrid Kaag haar MPhil heeft gedaan en wat in feite weinig meer is dan een opleidingsinstituut voor westerse geheime diensten. Dat wil dus zeggen: voor precies de globalistische elites die ...
De voorzitter: Meneer. Meneer Baudet.
De heer Baudet (FVD): Zij willen achter de schermen onze levens plannen ...
De voorzitter: Meneer Baudet, we hebben de afspraak gemaakt: het gaat niet over de persoon. De minister is hier aanwezig als minister van Financiën. Het gaat er helemaal niet over waar zij gestudeerd heeft. Ik vind een soort complot over waar zij gestudeerd heeft dus ook echt niet gepast.
De heer Baudet (FVD): Het St Antony's ...
De voorzitter: Nee, ik wil er niet over discussiëren. U gaat gewoon verder met uw betoog.
De heer Baudet (FVD): Het St Antony's College staat bekend als het "spy college" in Oxford.
De voorzitter: U gaat verder.
De heer Baudet (FVD): En dat is waar de Britse geheime dienst mensen rekruteerde. Dat is een gegeven, dat is een feit. Dat kan iedereen opzoeken. Het laat zien hoe verbonden het marxisme was met de deep states, al decennia en nog steeds.
(De aanwezige kabinetsleden verlaten de zaal.)
De voorzitter: U rondt af, meneer Baudet.
De heer Baudet (FVD): Nou, díé mensen dus, die nu weglopen, de erfgenamen van deze misdadige ideologie, die de Franse en Russische revoluties heeft veroorzaakt. Een ideologie die zich transformeerde tot cultureel marxisme in de tweede helft van de twintigste eeuw. Díé mensen hebben de agenda van het moderne globalisme bepaald. Ik kan niet begrijpen waarom de leden van het kabinet nu weglopen. Het is een feit dat Sigrid Kaag aan het St Antony's College in Oxford heeft gestudeerd. En het is ook een feit dat dit een perfect voorbeeld is van de verbondenheid van geheime diensten, het marxisme en de rekrutering van een mondiale deep state.
De voorzitter: Ik schors de vergadering voor een moment.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter: Ik stel voor dat we nu schorsen voor een dinerpauze tot kwart ...
De heer Baudet (FVD): Ik ben midden in mijn verhaal.
De voorzitter: Wacht, wacht, wacht. Er zit niemand meer in vak-K, dus dat is voor mij de reden om nu te schorsen voor een dinerpauze tot ...
De heer Wilders (PVV): Voorzitter, een punt van orde. U kunt niet zomaar even met wat collega's praten en dan de regels veranderen. Wat je ook mag vinden van het betoog van collega Baudet, hij heeft het recht om hier zijn spreektijd te vullen. Ik sta erop dat het kabinet ook vertegenwoordigd is. Ik vind niet dat u nu kan zeggen "we stoppen ermee, het is pauze". Hij heeft volgens mij nog tijd te gaan.
De heer Baudet (FVD): Vier minuten.
De heer Wilders (PVV): Nog vier minuten, en hij heeft als ieder Kamerlid het recht om dat te doen. Het kabinet hoort er ook te zijn. Ik stel toch voor dat u dat regelt, want het is echt not done om even met uw collega's af te spreken: we kappen nu. Hij moet spreken en het kabinet moet er zitten. Alle Kamerleden zijn gelijk en de heer Baudet ook.
De heer Van der Staaij (SGP): Ik vind het ook belangrijk dat de voorzitter de orde bepaalt en dat niet de leden van het kabinet bepalen wat wel of niet door Kamerleden gezegd kan worden. Ik hecht er ook aan dat u de orde bepaalt, maar dat vervolgens wel de bewindslieden aanwezig zijn als wij hier spreken.
De voorzitter: Zeker. Daarom stel ik voor dat we even schorsen, want ik wil ook even contact hebben met het kabinet. Ik vind wel dat er iemand van het kabinet moet zijn, dus ik schors de vergadering voor een enkel moment.
De vergadering wordt van 20.24 uur tot 20.42 uur geschorst.
De voorzitter: Ik wil aan de leden vragen om hun plaatsen weer in te nemen. Ik heb even overleg gehad met de minister-president. Hij wil graag eerst even een reactie geven.
Minister Rutte: Voorzitter. Dat leden van deze Kamer soms de grenzen opzoeken van wat je betamelijk vindt in een debat, hoort ook bij het parlementaire debat. Maar op het moment dat een van de collega's van het kabinet wordt verweten wat haar zojuist is verweten, dan zijn we een grens overgegaan. Dat vind ik onacceptabel. Ik begrijp ook de procedures, hoor: als het kabinet nu wegblijft, kan het debat niet doorgaan. Daarom heb ik in overleg met het kabinet gezegd dat ik hier weer ga zitten. Maar heel bepalend zal zijn wat er nu verder gebeurt, ook in het debat.
De voorzitter: Ik wil aan de heer Baudet vragen om de woorden die hij net gericht heeft aan de minister van Financiën terug te nemen. Ja, dat is mijn verzoek aan u, meneer Baudet.
De heer Baudet (FVD): Hè? Ik heb helemaal geen woorden gericht aan de minister van Financiën. Ik heb gezegd — en daar sta ik duizend procent achter — dat er in de jaren zeventig en tachtig een versmelting is ontstaan tussen aan de ene kant marxistische universiteiten en aan de andere kant overheden. Een schoolvoorbeeld van die versmelting is het elitaire St Antony's College, waar de Britse overheid jarenlang haar topofficials heeft gerekruteerd. Overigens is dat precies het college waar Sigrid Kaag gestudeerd heeft! Dat is wat ik heb gezegd. Hoe kan iemand daar aanstoot aan nemen? Het is absurd wat hier gebeurt.
De voorzitter: U neemt uw woorden niet terug.
De heer Baudet (FVD): Ik neem geen ... Sterker nog, ik kan ook nog andere universiteiten noemen waar gerekruteerd werd, Harvard bijvoorbeeld.
De voorzitter: Nee, nee, nee, nee. We hebben hier met elkaar de afspraak gemaakt, meneer Baudet, om niet op de persoon, niet een soort verdachtmaking van ...
De heer Baudet (FVD): Ik speel niet op de persoon!
De voorzitter: Nee, laat mij uitpraten. Geen verdachtmakingen richting de minister van Financiën. Ik heb net de reactie van de minister-president gehoord. Ik ben ook even in contact geweest met een aantal leden van het kabinet. Dit is gewoon een afspraak die we met elkaar gemaakt hebben, dus ik betreur het zeer, maar ik ontneem u het woord. U mag niet meer meedoen aan de beraadslaging van vandaag. Ik schors de vergadering voor een dinerpauze. Nee, nee.
De heer Wilders (PVV): Ik heb een punt van orde. Ik heb het recht op een punt van orde.
De voorzitter: Ja, ja. Zeker, zeker. Ik wil best iedereen nog even laten reageren, maar dit is wel mijn oordeel. Ik geef u niet meer het woord, meneer Baudet.
De heer Baudet (FVD): (…)
De voorzitter: Nee, er is een druppel voor alles en dit is een druppel. Dit gaat over een complot richting een minister van Financiën, over waar ze gestudeerd heeft. Ik ga daar niet meer over in discussie, maar ik vind zeker dat er ruimte moet zijn voor een punt van orde van de collega's. Ik geef eerst het woord aan de heer Wilders van de PVV.
De heer Wilders (PVV): Voorzitter. Twee punten. Ten eerste. De minister-president en de regering horen hier te zijn. Het kan niet zo zijn dat de minister-president hier even zegt: afhankelijk van wat hier gebeurt blijf ik of blijf ik niet. U bepaalt dat. De Kamer bepaalt dat. De minister-president bepaalt dat niet. Als hij gaat, dan is hij weg en dan is het debat inderdaad voorbij.
Het tweede punt is dat, wat je ook vindt van wat de heer Baudet heeft gezegd — of ik dat zelf wel of niet zou hebben gezegd, is niet relevant — hij niet heeft gezegd dat mevrouw Kaag een spion is of gerekruteerd is. Ik heb hem dat niet horen zeggen. Hij heeft gezegd wat hij net heeft gezegd, namelijk dat er een opleidingsinstituut is in Engeland, waar zij heeft gestudeerd. Hij heeft niets over háár gezegd, maar hij heeft iets over het institúút gezegd. Ik kan niet treden in wat u heeft gezegd, dat u hem het woord ontneemt, maar ik vind het zeer onterecht, want hij heeft haar niet beschuldigd. Hij heeft ook geen complottheorie erop losgelaten. Dus ik zou willen dat ú uw woorden terugneemt en hem het woord niet ontneemt.
De heer Klaver (GroenLinks): Een halfjaar geleden hebben we een debat gehad over de omgangsvormen in de Kamer. Toen heeft een grote meerderheid van deze Kamer gevraagd actiever in te grijpen wanneer er over de schreef wordt gegaan. Het is het recht van de voorzitter om dat te doen. Dat is ook haar keuze. Ik heb daar voor de rest ook niks van te vinden. Dit is het oordeel van de voorzitter en daar sta ik volledig achter.
De heer Pieter Heerma (CDA): Dit is een patroon van het in de Kamer slingeren van complottheorieën dat echte gevolgen heeft voor echte mensen in de samenleving. Daar hebben we inderdaad herhaaldelijk het debat over gevoerd. Ik steun ook de lijn van de voorzitter.
De heer Van Haga (Groep Van Haga): Voorzitter. Quod licet iovi non licet bovi. Het is een aaneenschakeling van dubbele standaarden. Ik word door de minister van Justitie en Veiligheid "onwelriekende reuzel" genoemd; het kabinet spreekt met één mond. Ik vind het onbestaanbaar dat blijkbaar iedereen hier van suiker is en wegrent in een bepaalde domme lafheid. Ik vind het onbestaanbaar dat iemand, of je het nou met hem eens bent of niet, hier het woord wordt ontnomen. Ik neem daar grote afstand van.
De heer Paternotte (D66): Voorzitter. Afgelopen vrijdag was mijn collega Sjoerd Sjoerdsma in een rechtszaal waar een zaak diende over een doodsbedreiging tegen hem, een van meerdere. Die doodsbedreigingen werden gedaan daags nadat in de Tweede Kamer tegen hem werd gezegd: "Uw tijd komt nog wel." Woorden hier doen ertoe. Ik steun de voorzitter erin dat zij haar recht gebruikt om ervoor te zorgen dat de waardigheid van het parlement intact blijft.
De heer Segers (ChristenUnie): Woorden doen ertoe. De voorzitter heeft alle vrijheid, het recht en zelfs de plicht om hier de orde te handhaven. Dat doet ze, en zij heeft mijn steun.
Mevrouw Hermans (VVD): Voorzitter. Ook van mijn kant steun om voor de waardigheid van dit parlement over wat in dit debat is gebeurd nu echt een streep te trekken.
Mevrouw Kuiken (PvdA): Ophitsen. Opjagen. Eén moment, en het hele debat dat wij gevoerd hebben vandaag om aandacht te vragen voor de mensen die nu in grote nood zitten, de boodschappen niet meer kunnen betalen, de energierekening niet meer kunnen betalen … Jongens!
Mevrouw Marijnissen (SP): Ja, voorzitter, wat een poppenkast. Daar moet het over gaan. Daar gaat het niet over, maar ik maak hier wel bezwaar tegen. Even los van wat de heer Baudet zegt en wat je daarvan vindt; het is niet aan het kabinet om weg te lopen, op te stappen en daarmee te besluiten dat deze vergadering ten einde is. Dat is aan u als voorzitter, maar dat is niet zoals het is gegaan. Daar maak ik wel een groot bezwaar tegen, want dat kan niet zo zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Daar sluit ik me bij aan. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Het kabinet is hier omdat de Kamer dat gevraagd heeft, dus de Kamer gaat daarover. Dan vind ik ook dat we als Kamer een orde hebben te handhaven, waarin u als voorzitter de verantwoordelijkheid heeft. U gaat daarover; u beslist daarin. Maar als het kabinet problemen heeft of iets niet volgens de orde vindt, dan moet het zich tot de voorzitter richten en niet zomaar weglopen. Dat punt wil ik dus onderschrijven.
De heer Van der Staaij (SGP): Ook ik hecht eraan dat u als voorzitter de orde bepaalt. Daar zullen we het soms mee eens zijn en soms niet mee eens zijn. Dat evalueer ik liever achteraf dan dat we daar nu een publieke discussie over gaan voeren. Dus ik respecteer dat u hier een ordebeslissing neemt, maar niet dat het kabinet bepaalt wat wel of niet door de beugel kan. Ik vind wel dat als er iets is wat zij als zeer beledigend ervaren en wat niet afgekapt wordt, er altijd ruimte moet zijn om een persoonlijk feit te maken, ook van de kant van de bewindslieden. Maar uiteindelijk bepaalt de voorzitter de orde.
De vergadering wordt van 20.49 uur tot 21.30 uur geschorst.
Meer over