VVD-senator en provinciebestuurder. Zoon van een gedeputeerde van Overijssel en telg van een oud Overijssels adelsgeslacht. Werd na griffier van de Tweede Kamer te zijn geweest in 1931 Commissaris van de Koningin in Drenthe. Voerde tijdens de bezetting passief bezet door vaak afwezig te zijn. Toen hij te lang onvindbaar was, werd hij ontslagen. Na zijn pensionering in 1951 Eerste Kamerlid voor de VVD. Hield zich in de Senaat met uiteenlopende zaken bezig, maar was in het bijzonder deskundig op het gebied van verkeer en waterstaat. Prettige causeur, die zijn redevoeringen lardeerde met geestige beelden en anekdotes. Zijn broer was eveneens Commissaris van de Koningin.
VVD
functie(s) in de periode 1920-1963: lid Eerste Kamer, Commissaris van de Koning(in), Griffier Tweede Kamer
Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond", tot 14 maart 1946 (vanaf februari 1938 zonder de toevoeging "de Vrijheidsbond")
PvdV (Partij van de Vrijheid), van 14 maart 1946 tot 24 januari 1948
VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), vanaf 24 januari 1948
Hoofdfuncties/beroepen
ambtenaar (respectievelijk adjunct-commies, commies en vanaf 1916 hoofdcommies), Provinciale Griffie te Haarlem, van 1911 tot 1918
commies-griffier Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1918 tot 2 juli 1920
griffier Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 2 juli 1920 tot 1 november 1931
Commissaris van de Koningin in Drenthe, van 1 november 1931 tot 22 mei 1943 (benoemd bij K.B. van 18 oktober 1931; ontslagen door de Duitsers)
Commissaris van de Koningin in Drenthe, van 6 mei 1945 tot 16 juli 1951
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1951 tot 5 juni 1963
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/23)
ondervoorzitter Zuiderzeeraad, van 1 september 1961 tot 5 juni 1963
lid Raad van Commissarissen Friesch-Groningsche Hypotheekbank N.V., omstreeks februari 1960 tot 1 mei 1964
lid Raad van Commissarissen V.A.M. (Vuil Afvoer Maatschappij) te Wijster, omstreeks 1962
lid Raad van Commissarissen ontginningsmaatschappij "De drie provinciën", omstreeks 1962
afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter commissie van rapporteurs voor de ontwerp-Deltawet (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van november 1957 tot mei 1958
voorzitter vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 5 november 1957 tot 20 september 1960
voorzitter commissie van voorbereiding voor de begroting van Verkeer en Waterstaat 1958 (Eerste Kamer der Staten-Generaal)
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van september 1961 tot mei 1962
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erevoorzitter Drents Genootschap
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Hield zich in de Eerste Kamer onder meer bezig met justitie, binnenlandse zaken, verkeer en waterstaat, volkshuisvesting, sociale zaken, maatschappelijk werk en defensie
Was in 1953 woordvoerder van zijn fractie bij de behandeling van de ontwerp-Zondagswet
Interpelleerde op 4 juni 1958 minister Samkalden over uit Indonesië afkomstige personen, die als verstekelingen hadden gepoogd toegang te krijgen tot Nederland, en die waren teruggezonden
opvallend stemgedrag (2/5)
Stemde in 1962 als enige van zijn fractie tegen het wetsvoorstel tot voorlopige indeling van de Noordoostpolder bij Overijssel
In 1962 stemden hij en Baas als enigen van hun fractie vóór de ontwerp-Wet premie kerkenbouw
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
Was in 1947 actief in het Comité-Oud waarin voormalig vrijzinnig-democraten oprichting van een nieuwe liberale voorbereidden
Zette zich als Commissaris der Koningin in voor stroomlijning van het waterschapsbestel in de provincies, onder andere door fusies van de vele kleine waterschappen. Bevorderde - samen met onder anderen burgemeester Gaarlandt van Emmen - de industrievestiging in zijn provincie. Maakte zich verder sterk voor verbetering van de infrastructuur en bevordering van het toerisme.
Leidde in 1950 de fusie van drie Drentse ontginningsmaatschappijen
uit de privésfeer
Hielp tijdens de bezetting bij de huisvesting van geallieerde piloten en verleende ook enkele keren onderdak aan gestrande parachutisten
Zijn vader was lid van Gedeputeerde staten van Overijssel
Zijn grootvader van vaderskant was lid van Provinciale Staten van Overijssel
anekdotes en citaten
Hij bepleitte - maar niet namens zijn fractie - voor meisjesstudenten de verplichting om enige tijd in een gezin te werken als huishoudelijke hulp.
verkiezingen
Werd in 1951, 1952, 1956 en 1960 gekozen door Groep II: Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
K.H. Lambers, "Bij het afscheid van Mr.Dr. R.H. baron de Vos van Steenwijk als Commissaris der Koningin in Drenthe", in: Nieuwe Drentse Volksalmanak, 69 (1952), 7
K. Kuiken, "Verstandige eenvoud. De familie De Vos van Steenwijk (1850-2000), in: Jaarboek Centraal Bureau voor de Genealogie, 61 (2007), 171
Wie is dat? 1948, 1956
"Mr.dr. R.H. baron de Vos van Steenwijk. Humor en vasthoudendheid", Algemeen Handelsblad, 15 juni 1964
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.