Mr. J.C. Tenkink

Gereformeerde domineeszoon uit een oude Achterhoekse familie van grondbezitters, die na zijn studie rechten in dienst trad van het ministerie van Justitie. Was een degelijke en rechtschapen ambtenaar, die zich eind jaren dertig in vluchtelingenzaken gunstig onderscheidde. Werd in de meidagen van 1940 als veertigjarige min of meer toevallig secretaris-generaal, toen Van Angeren met minister Gerbrandy naar Londen uitweek. Hoopte in die functie door het bevorderen van orde en rust op Duitse gematigdheid en behoud van zeggenschap over de politie. Was daarom zeer meegaand bij Duitse eisen en vaardigde diverse instructies aan bestuur en politie uit om verzetsactiviteiten tegen te gaan. Stapte na tien maanden toch maar op. Werd na de bevrijding spoedig opnieuw met de leiding van het ministerie belast. Erkende na de oorlog te toegeeflijk te zijn geweest.

functie(s) in de periode 1945-1965: secretaris-generaal

Personalia

voornamen (roepnaam)

Jan Coenraad

geboorteplaats en -datum

Vorden, 3 november 1899

overlijdensplaats en -datum

's-Gravenhage, 19 juni 1986

Hoofdfuncties/beroepen

ambtenaar ministerie van Justitie, van 1926 tot maart 1930
commies tweede afdeling (staats- en volkenrecht, vreemdelingen, strafrecht en strafvordering), ministerie van Justitie, van 1 april 1930 tot 1 juli 1934
hoofdcommies tweede afdeling, ministerie van Justitie, van 1 juli 1934 tot 1 januari 1938
chef tweede afdeling (rang: referendaris), ministerie van Justitie, van 1 januari 1938 tot mei 1940
waarnemend secretaris-generaal ministerie van Justitie, van 13 mei 1940 tot 18 maart 1941
secretaris-generaal ministerie van Justitie, van 1 november 1945 tot 1 februari 1965

Nevenfuncties

lid commissie van onderzoek naar het voorkomen van nadelige gevolgen voor de burgerlijke belangen voor dienst- of reserveplichtigen, omstreeks 1937

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

Wetenswaardigheden

algemeen

In het begin van de Duitse bezetting weigerde hij als waarnemend secretaris-generaal van Justitie te bepalen, dat er voortaan in Nederland recht zou worden gesproken in naam van het recht en niet meer in naam van de Koningin. Rijkscommissaris Seyss-Inquart bepaalde dat toen zelf.
Vaardigde als S.G. diverse circulaires uit waarin lokale bestuurders en politie werden gemaand op te treden tegen voor de bezettende macht onwelgevalige acties, zoals het openlijk aanhankelijkheid betuigen aan het koningshuis, het verspreiden van anti-Duitse geschriften en het plegen van sabotage. Verder moest worden overgegaan tot arrestatie van piloten van neergestorte Engelse vliegtuigen, waarbij een beloning werd uitgeloofd.

uit de privésfeer

Zijn vader was predikant

Publicaties van/over

literatuur/documentatie

L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel 4, eerste helft, 137-138
Marcel Verburg, "Geschiedenis van het Ministerie van Justitie 1940-1945" (2016)
Stephan Steinmetz, "De tien van Den Haag - Topambtenaren tijdens de bezetting" (2025)

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.