Amsterdamse advocaat, die raadslid in Amsterdam, gedeputeerde van Noord-Holland en daarna vier jaar Eerste Kamerlid was. Welsprekende neef en naamgenoot van de liberale voorman uit de negentiende eeuw. Vooraanstaande jurist, deken van de Orde van Advocaten in Amsterdam en voorzitter van een staatscommissie over burgerlijke rechtsvordering. Maakte in 1918 ook deel uit van de staatscommissie Grondwetsherziening. Voelde zich meer aangetrokken tot een loopbaan in de advocatuur dan in de politiek. Wars van eerzucht en uiterlijk vertoon. Lardeerde zijn speeches steeds met de nodige humor.
liberaal
functie(s) in de periode 1916-1920: lid Eerste Kamer
gemeenteadvocaat van Amsterdam, van 1880 tot 6 februari 1920
kantonrechter-plaatsvervanger, tweede kanton van Amsterdam, van 1 juni 1888 tot 6 februari 1920
lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 8 juli 1908 tot maart 1916 (voor het kiesdistrict Amsterdam IV)
lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 6 juli 1910 tot maart 1916
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 7 maart 1916 tot 6 februari 1920 (voor Noord-Holland)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/6)
tweede luitenant, dienstdoende schutterij van Amsterdam, vanaf 6 augustus 1883
deken Orde van advocaten bij het Gerechtshof te Amsterdam, van mei 1914 tot 6 februari 1920
lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Ruys de Beerenbrouck), van 20 december 1918 tot 6 februari 1920
voorzitter Staatscommissie tot voorbereiding voor de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, van 13 september 1919 tot 6 februari 1920
afgeleide functies, presidia etc.
lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1918 tot maart 1919
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Sprak in de Eerste Kamer uitsluitend over justitiële onderwerpen
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
In 1875 "praeses collegii" tijdens de feesten ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de Leidse Universiteit
Zijn tweede echtgenote was een nicht (oomzegger) van minister G.L. Baud. Zij was ook een nicht van B.M. Vlielander Hein, Eerste Kamerlid, en van de schrijver Louis Couperus.
Zijn vader was buitengewoon hoogleraar pedagogiek en Griekse Oudheden aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam
verkiezingen
Versloeg in 1916 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Noord-Holland in de derde stemmingsronde D.P.D. Fabius (arp) met 50 tegen 20 stemmen
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
"Het Vaderland", 7 en 16 febr. 1920
H. van Felius en H.J. Metselaars, "Noordhollandse Statenleden 1840-1919"
Ned. Patriciaat, 1942
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.