Utrechtse bestuurder en rechter, die in 1814 tot de kleine minderheid van Notabelen behoorde die tegen de ontwerp-Grondwet stemde. Had vooral bezwaren van godsdienstige aard.
Mr. J. Both Hendriksen
functie(s) in de periode 1814: lid notabelenvergadering
Inhoud
Personalia
voornamen (roepnaam)
Jan
geboorteplaats en -datum
Middelburg, 20 februari 1744
overlijdensplaats en -datum
De Bilt, 28 augustus 1817
Hoofdfuncties/beroepen (4/7)
- raadsheer Hof van Utrecht, tot januari 1795
- raadsheer, departementale gerechtshof van Utrecht, van 1802 tot 1807
- president, departementale gerechtshof van Utrecht, van 1807 tot 1811
- lid Vergadering van Notabelen, 29 en 30 maart 1814 (voor het departement Zuiderzee)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/7)
- lid commissie tot redactie ener wet op de rechterlijke instellingen en rechtspleging, vanaf 18 november 1807
- lid commissie gecentraliseerde kerkelijke organisatie onder staatstoezicht, vanaf januari 1809
- lid commissie betreffende het bestuur van de provinciën en landschappen, 1813
- lid College van Curatoren Hogeschool te Utrecht, van 21 juni 1817 tot 28 augustus 1817
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Stemde tegen de ontwerp-Grondwet, omdat hij vond dat er een staatsgodsdienst moest zijn, dat er meer edelen in de Staten-Generaal zitting moest krijgen, dat delicten van militairen buiten dienst gepleegd door de gewone rechter moesten worden bestraft, en dat een eventuele regent net als de koning hervormd moest zijn.
uit de privésfeer
- Zijn vader was raad en schepen van Amersfoort
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
De Nederlandse Leeuw, 1951
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.