Rooms-Katholieken, Algemeene Bond (RKSP)
functie(s) in de periode 1898-1923: lid Eerste Kamer, fractievoorzitter EK
Personalia
voornamen (roepnaam)
Petrus Josephus Johannes Sophia Maria
geboorteplaats en -datum
's-Hertogenbosch, 9 januari 1843
overlijdensplaats en -datum
's-Hertogenbosch, 11 mei 1937
Partij/stroming
stroming(en)
R.K. (Rooms-Katholieken)
Hoofdfuncties/beroepen
- medewerker Maatschappij van brandverzekering te 's-Hertogenbosch, van 1858 tot 1 mei 1878
- lid Provinciale Staten van Noord-Brabant, van 7 juli 1868 tot 28 maart 1898 (voor het kiesdistrict Tilburg)
- directeur Maatschappij van brandverzekering te 's-Hertogenbosch, vanaf 1 mei 1878 (nog in 1922)
- lid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, van 4 oktober 1870 tot juli 1883
- burgemeester van 's-Hertogenbosch, van 1 april 1884 tot 1 juli 1917
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 28 maart 1898 tot 23 juli 1904 (voor Noord-Brabant)
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1904 tot 20 september 1910 (voor Noord-Brabant)
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 2 november 1910 tot 1 juni 1917 (voor Noord-Brabant)
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 17 juli 1917 tot 18 september 1923 (voor Noord-Brabant)
- voorzitter R.K.-fractie Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 21 september 1922 tot 18 september 1923
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/12)
- ondervoorzitter Indische-Missievereeniging, vanaf 9 september 1912 (nog in 1922)
- voorzitter Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie, omstreeks 1916
- buitengewoon lid Centrale Gezondheidsraad, omstreeks 1919
- hoofdingeland waterschap Noordoostelijk Noord-Brabant
afgeleide functies, presidia etc. (4/18)
- lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van juni 1920 tot december 1920
- lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van maart 1921 tot september 1921
- lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1921 tot juli 1922
- lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van maart 1923 tot september 1923
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Sprak in de Eerste Kamer onder meer over Indische aangelegenheden en financiën
- Stemde in 1900 tegen de ontwerp-Leerplichtwet
- Stemde in 1901 tegen de ontwerp-Militiewet
- In 1901 stemden hij en Prinzen als enigen van de katholieken vóór de ontwerp-Woningwet
Wetenswaardigheden
algemeen
- Na 1883 niet herkiesbaar als lid van Gedeputeerde Staten, omdat zijn schoonvader Commissaris der Koningin was geworden
- Als burgemeester bevorderde hij de komst van nustbedrijven en zette hij zich in voor verbetering van de reinigingsdienst en voor stadsuitbreiding
- Als oudste lid in jaren enkele malen waarnemend Eerste Kamervoorzitter. Verving van 10 april tot 29 mei 1923 voorzitter Van Voorst tot Voorst, die afwezig was vanwege ziekte.
uit de privésfeer
- Twee van zijn zussen waren kloosterlinge
- Zijn echtgenote was een kleindochter van jhr. F.L.H.J. Bosch van Drakestein, Eerste Kamerlid
verkiezingen
- Werd in 1898 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 49 van de 59 stemmen gekozen
- Werd in 1904 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 56 van de 57 stemmen herkozen
- Werd in 1910 bij periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met algemene stemmen (46) herkozen
- Werd in 1922 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 35 van de 57 stemmen herkozen
niet-aanvaarde politieke functies
- lid Eerste Kamer, april 1890 (weigerde benoeming)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Onze Afgevaardigden, 1901, 1905, 1909 en 1913
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.