PvdA-politicus en burgemeester. Nuchtere zakelijke bestuurder met veel oog voor technologische ontwikkelingen. Begon als jongste bediende in een boekhandel en ontwikkelde zich daarna tot een prominent bestuurder in de katholieke vakbeweging. Deskundig op het gebied van het goederenvervoer. Als Tweede Kamerlid voor de PvdA woordvoerder verkeer, inkomensbeleid en technologiebeleid. Zorgde, samen met de VVD'er De Beer, voor een wettelijke regeling van de verplichte periodieke autokeuring. Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (onder meer van PTT-aangelegenheden en vervoer) in tweede kabinet-Van Agt. Daarna dertien jaar burgemeester van Vlissingen.
PvdA
functie(s) in de periode 1973-1986: lid Tweede Kamer, staatssecretaris
districtsbestuurder KVB (Katholieke Bond van Vervoerspersoneel), van 1958 tot 1968 (in het Zuiden van het land)
tweede voorzitter bedrijfsgroep wegvervoer, KVB (Katholieke Bond van Vervoerspersoneel), van 1968 tot mei 1971 (aangesloten bij het NKV)
voorzitter bedrijfsgroep wegvervoer, KVB (Katholieke Bond van Vervoerspersoneel), van 1971 tot mei 1973
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 mei 1973 tot 11 september 1981
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (onder meer belast met PTT-zaken en vervoersaangelegenheden), van 11 september 1981 tot 29 mei 1982
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 september 1982 tot 1 maart 1986
burgemeester van Vlissingen, van 1 maart 1986 tot 1 mei 1999
waarnemend burgemeester van Almere, van 1 juni 2002 tot 1 september 2002 (in verband met ziekte van burgemeester Ouwerkerk)
takenpakket (staatssecretaris)
Was als staatssecretaris belast met 1. de aangelegenheden behorende tot het werkterrein van a. het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, b. de Rijksluchtvaartdienst, c. de Rijksdienst voor het Wegverkeer, d. het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut; 2. de aangelegenheden betreffende het goederenvervoer over de rail, langs de weg en over de binnenwateren; 3. de aangelegenheden betreffende het EEG-vervoerbeleid; 4. de aangelegenheden met betrekking tot LPG en LNG; 5. andere door de minister aan hem van geval tot geval toevertrouwde onderwerpen.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/27)
voorzitter "de Cultuurwerf" te Vlissingen
lid Raad van Toezicht Stichting Arduin
lid Van Randwijk Comité
vicevoorzitter Raad van Toezicht Mondia Scholengroep Vlissingen, vanaf 2012
afgeleide functies, presidia etc. (4/9)
voorzitter bijzondere commissie voor het wetsvoorstel Wet op de Vermogensaanwasdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 4 september 1979 tot 11 september 1981
lid Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, omstreeks maart 1985 (nog in 1986)
voorzitter bijzondere commissie voor het Structuurschema Vaarwegen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 3 maart 1983 tot 1 maart 1986
voorzitter bijzondere commissie Harmonisatie Noordzeebeleid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 5 juni 1984 tot 1 maart 1986
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met verkeer en waterstaat en sociale zaken (inkomensbeleid en medezeggenschap), en na 1981 met technologiebeleid, scheepsbouw, regionaal economisch beleid en visserij
Diende in 1975 samen met Pol de Beer (VVD) een initiatiefwetsvoorstel in over de verplichte periodieke keuring van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers door particuliere bedrijven. Dit voorstel werd in 1978 wet. (14.020)
Diende in 1980 een initiatiefwetsvoorstel in inzake overleg tussen werkgevers en werknemers over werkgelegenheid. Dit voorstel werd niet afgehandeld. (16.482)
Interpelleerde op 21 december 1983 minister Van Aardenne over het regionaal (economisch) beleid
als bewindspersoon (beleidsmatig)
Stond in 1982 de Postgiro/Rijkspostspaarbank toe het dienstenpakket uit te breiden met reisverzekeringen en handel in vreemd geld. Daarmee werd vooruit gelopen op instelling van de Postbank.
Besloot in 1982 het zand- en grindvervoer via de schippersbeurt te laten verlopen. Daarmee kwam er een einde aan de particuliere bedrijfsregeling.
als bewindspersoon (wetgeving)
Bracht in 1981 samen met minister Den Uyl de Binnenschepenwet in het Staatsblad. Deze wet bevat regels over de veiligheid van de scheepvaart op binnenwateren en over arbeidsomstandigheden op binnenvaartschepen. In de wet staan bepalingen over de deugdelijkheid, inrichting en uitrusting van schepen, over de veiligheid, gezondheid en welzijn in verband met de arbeid aan boord en over de kennis, bekwaamheid en lichamelijke geschiktheid van de schipper. Voor schepen van 15 meter of langer wordt een vaarbewijs verplicht gesteld. (13.978)
Wetenswaardigheden
algemeen (5/6)
Was begin jaren zeventig lid van de zgn. 'Steenwijk-groep', een informele denktank in de PvdA voor partijvoorzitter Van der Louw, waarvan verder o.a. Hans Kombrink, Wim Meijer, Bram Peper, Jan Pronk en Relus ter Beek deel uitmaakten.
Was in april 1971 in het alternatieve kabinet-Den Uyl/Van Mierlo/Aarden staatssecretaris van Sociale Zaken
Was in april 1975 kandidaat voor het voorzitterschap van de PvdA, maar werd met 5973 tegen 5736 stemmen verslagen door Ien van den Heuvel
Behoorde in oktober 1977 tot de acht partijbestuursleden die vóór het aanvaarden van de verhouding 8-7-1 in het beoogde tweede kabinet-Den Uyl stemden
Was in 1979 naast Max van den Berg en Wim Meijer kandidaat voor het voorzitterschap van de PvdA, maar werd niet gekozen
uit de privésfeer
Zijn eerste echtgenote was onderwijzeres en raadslid voor de PPR in Utrecht
verkiezingen
Werd in 1981 en 1982 via de Zeeuwse kandidatenlijst van de PvdA tot Tweede Kamerlid gekozen
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
H. Visser, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1983)
Wim Meijer, "Integer en betrokken politicus en bestuurder", in: Jaarboek parlementaire geschiedenis 2025, 126-129
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.