J. Schepel

Plattelandsafgevaardigde in de tweede helft van de negentiende eeuw. Vertegenwoordigde in de Tweede Kamer de liberale Groningse herenboeren. Zette zich in voor verbetering van de landbouw en voor betere spoorwegverbindingen met Noord-Nederland. Antimilitarist, die met een wetsvoorstel kwam om de verdediging van Nederland te beperken tot de Stelling van Amsterdam. Vrij lang; had meer het postuur van een officier dan van een landbouwer. Stond bekend als bescheiden en eenvoudig, met praktische kennis van de veeteelt.

liberaal, Liberale Unie, vooruitstrevende kamerclub, 'club-Pyttersen', vrijzinnig-democratische kamerclub
functie(s) in de periode 1874-1901: lid Tweede Kamer

Personalia

voornamen (roepnaam)

Jan

geboorteplaats en -datum

Noordbroek (Gr.), 23 november 1833

overlijdensplaats en -datum

Winsum (Gr.), 2 maart 1909

Partij/stroming

stroming(en)

liberaal
Takkiaan, 1894

partij(en)

Liberale Unie

lid tussentijds gevormde fractie(s)

Vooruitstrevend-Liberale Kamerclub, van mei 1894 tot 10 juni 1896
Club-Pyttersen, van 10 juni 1896 tot 21 september 1897 (gematigd-liberalen onder leiding van Pyttersen)
Vrijzinnig-Democratische Kamerclub, van september 1897 tot maart 1901

Hoofdfuncties/beroepen

landbouwer te Noordbroek
directeur Proefschool voor de landbouw te Deventer, van 1862 tot 1 april 1865
burgemeester en gemeentesecretaris van Winsum, van 1 april 1865 tot 21 november 1871
lid Provinciale Staten van Groningen, van 7 juli 1868 tot april 1874 (voor het kiesdistrict Onderdendam)
lid Gedeputeerde Staten van Groningen, van 21 november 1871 tot april 1874
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 29 april 1874 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Appingedam)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 18 mei 1886 (voor het kiesdistrict Appingedam)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 14 juli 1886 tot 17 augustus 1887 (voor het kiesdistrict Appingedam)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor het kiesdistrict Appingedam)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 20 maart 1894 (voor het kiesdistrict Appingedam)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 17 september 1901 (voor het kiesdistrict Appingedam)

Nevenfuncties

afgeleide functies, presidia etc. (4/5)

voorzitter Commissie voor de Verzoekschriften (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1878 tot september 1879
voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk IX (Waterstaat, Handel en Nijverheid) 1892 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIIb (Financiën) 1893 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk VIII (Oorlog) 1897 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

Activiteiten

als parlementariër (5/7)

Interpelleerde in 1888 minister Mackay over de longziekte onder rundvee
Was in 1889 mede-indiener van het wetsvoorstel tot invoering van een progressieve inkomstenbelasting; het voorstel werd later ingetrokken
Interpelleerde in 1891 minister Bergansius over miliciens, gestraft met oproeping onder de wapens
Interpelleerde in 1893 minister Lely over de zeehaven te Delfzijl
Interpelleerde in 1893 minister Lely over de toepassing van zelfstellende wissels op spoorlijnen in de provincie Groningen

opvallend stemgedrag (2/12)

Behoorde in 1899 tot de vijf liberalen die tegen het wetsvoorstel over afschaffing van de rijkstollen stemden
Behoorde in 1901 tot de minderheid van de Liberalen die tegen de ontwerp-Militiewet stemde. Stemde met zes andere liberalen ook tegen de ontwerp-Schutterijwet.

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

Wetenswaardigheden

algemeen

Antimilitarist
Verloor in 1901 zijn zetel, omdat hij vóór een wet had gestemd op de bebouwde eigendommen waardoor de boeren werden bevoordeeld. Enkele liberale werkliedenverenigingen steunden daarop de sociaaldemocraat Schaper.

uit de privésfeer

Zijn zoon, C.J.H. Schepel, was commies-griffier van de Tweede Kamer (1898-1906) en raadsheer in de Hoge Raad (1921-1936). Hij was getrouwd met een dochter van het Tweede Kamerlid A. Kerdijk.

verkiezingen

Versloeg in 1874 bij een tussentijdse verkiezing in het district Appingedam A.J. Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren (a.r.)
Werd in 1877, 1881, 1884, 1886, 1887 steeds met grote meerderheid gekozen
Versloeg in 1888, 1891 en 1894 jhr. W.H. de Savornin Lohman (arp)
Versloeg in 1897 J. Bouwes (arp) na herstemming
Werd in 1901 verslagen door J.H.A. Schaper (sdap). Behaalde bij de eerste stemming 1563 stemmen, tegen J. van der Molen (arp) 1910 en Schaper 1859.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie

Castoretpollux, "In de Tweede Kamer. Portretten" (1881)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel II, 1282
Onze Afgevaardigden, 1897

Biografisch Woordenboek(en)

biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.