bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Bekwame ambtenaar en bestuurder die filosofie studeerde in Utrecht. Speelde als ambtenaar op het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen onder Willem I een belangrijke rol bij de bevordering van wetenschap en cultuur. Actieve Gouverneur, vooral op het gebied van de landbouw en de waterstaat. Als gouverneur van Drenthe zette hij zich in voor de aanleg van kanalen, in de zelfde functie in Noord-Holland maakte hij zich sterk voor de inpoldering van de Anna Paulownapolder. Het plaatsje Van Ewijcksluis, de eerste kern van die polder, is naar hem genoemd.
functie(s) in de periode 1832-1855: Provinciaal Gouverneur, Commissaris van de Koning(in)
hoofd vijfde afdeling (rang: administrateur), ministerie van Binnenlandse Zaken, van 17 maart 1824 tot 13 december 1831
raadadviseur ministerie van Binnenlandse Zaken, van 13 december 1831 tot 1 mei 1832
Gouverneur van Drenthe, van 1 mei 1832 tot 1 januari 1840 (benoemd bij K.B. van 12 april)
Gouverneur van Noord-Holland, van 1 januari 1840 tot 1 augustus 1850
Commissaris des Konings van Noord-Holland, van 1 augustus 1850 tot 1 oktober 1855
ambtstitel
minister van staat, van 1 oktober 1855 tot 15 december 1858
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/8)
voorzitter Bijbelgenootschap, van 1844 tot 1854
voorzitter Anna-Pauwlona Maatschappij, vanaf 1847
lid College van Curatoren Hogeschool te Leiden, van 24 januari 1848 tot 21 maart 1857
voorzitter Staatscommissie ter voorbereiding regeling van het hoger onderwijs, vanaf 15 januari 1849
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
erelid Provinciaal Friesch Genootschap
erelid Koninklijke Academie van Wetenschappen en fraaie kunsten te Brussel
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
Nam in 1826 het initiatief tot oprichting van een sterrenwacht in Brussel en was betrokken bij de oprichting van een museum voor natuur-historie in Leiden
Bevorderde in Drenthe de aanleg van de Noord-Willemsvaart, het Oranjekanaal en de Hoogeveense Vaart
Zette zich als Gouverneur van Noord-Holland in voor de oprichting van krankzinnigengestichten
Op zijn voorstel werd in 1847 de Anna-Paulowna-Maatschappij opgericht
uit de privésfeer
Naar hem is het Noord-Hollandse dorp Van Ewijcksluis genoemd
Zijn vader was burgemeester van Utrecht
niet-aanvaarde politieke functies
minister van Financiën, september 1843 (geweigerd)
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
H.J. Koenen, "Levensbericht van D.J. van Ewijck", in: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1859
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VIII, 512