D'66-politica die op jeugdige leeftijd Tweede Kamerlid werd, maar al spoedig overstapte naar de Eerste Kamer. Was ambtenaar op buitenlandse zaken, met name op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en handelspolitiek. Als Kamerlid had ontwikkelingssamenwerking ook haar belangstelling, terwijl zij zich verder bezighield met onder meer emancipatie. Na haar Eerste Kamerlidmaatschap in de Verenigde Staten actief op het gebied van onderzoek naar en ondersteuning bij epilepsie. Haar vader was eerste stalmeester van het koninklijk huis en haar moeder grootmeesteres van de koningin.
D66
functie(s) in de periode 1979-1986: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer
D'66 (Democraten 1966), van 1974 tot 15 juni 1985 (partijnaam gewijzigd)
D66 (Democraten 66)
Hoofdfuncties/beroepen (6/9)
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 24 januari 1979 tot 10 juni 1981
lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 10 juni 1981 tot 27 augustus 1986
wetenschappelijk hoofdmedewerker economische faculteit, Erasmus Universiteit Rotterdam, omstreeks december 1982 tot 1986
medewerker "The Epilepsy Foundation of Virginia", van 1986 tot 1888
programmadirecteur en directeur sociale projecten UNICEF (United Nations Children's Fund), van 1988 tot 1991
excutive director Epilepsy Virginia, University of Virginia Health System, vanaf 1991
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
vorige
voorzitter Nederlandse Vereniging voor de Nieuwe Nationale Orde
penningmeester NOVIB (Nederlandse Organisatie voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking), vanaf juli 1981
afgeleide functies, presidia etc.
plaatsvervangend voorzitter vaste commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 23 juni 1983 tot 10 september 1986
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
Hield zich in de Tweede Kamer onder andere bezig met buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking en emancipatie-aangelegenheden
In de Eerste Kamer woordvoerster voor Antilliaanse Zaken, ontwikkelingssamenwerking, economische zaken en sociale zaken
Interpelleerde op 23 juni 1982 samen met Bas de Gaay Fortman (PPR) minister-president Van Agt over de kasplafondproblematiek en onderuitputting bij ontwikkelingssamenwerking
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
Haar vader was officier en vervolgens eerste stalmeester en adjudant van de koningin; haar moeder was grootmeesteres van de koningin
verkiezingen
In 1981 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep IV: Zuid-Holland
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
"Vrouwen kunnen de democratie redden!, in: A. Groen e.a. (red.), Vrouwen en het Binnenhof (1985)", 33