Topambtenaar op Buitenlandse Zaken en belangrijk adviseur van minister Luns. Promoveerde in 1929 in Leiden op een proefschrift over arbitrage en werkte daarna op de afdeling volkenbondszaken bij het Indische Gouvernement. Was na 1950 diplomaat in Washington en Bonn. Had vanaf 1965 drie jaar de ambtelijke leiding van Buitenlandse Zaken.
functie(s) in de periode 1965-1968: secretaris-generaal
ambtenaar ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1949 tot 1950
eerste ambassadesecretaris te Washington, van 1950 tot 1954
eerste ambassadesecretaris te Bonn, van 1954 tot 1957
chef directie Algemene Zaken (rang: hoofdadministrateur), ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1957 tot 1965 (tevens plaatsvervangend secretaris-generaal)
secretaris-generaal ministerie van Buitenlandse Zaken, van 1 mei 1965 tot 1 september 1968
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
docent volkenrecht, Rechtshoogeschool te Batavia, vanaf 1 februari 1937
secretaris-generaal Hof van Arbitrage
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.