PvdA
functie(s) in de periode 1952-1972: lid Tweede Kamer, staatssecretaris
Personalia
voornamen (roepnaam)
Cornelis (Cees)
geboorteplaats en -datum
Holwerd (gem. Westdongeradeel), 1 augustus 1913
overlijdensplaats en -datum
Alkmaar, 21 december 2001
Partij/stroming
partij(en)
- SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), van 1931 tot 9 februari 1946
- PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 9 februari 1946
Hoofdfuncties/beroepen
- landarbeider, vanaf 1926
- cursusleider Volkshogeschool te Bakkeveen (landbouwkunde, vormingswerk)
- landbouwkundig opzichter staatslandbouwbedrijf in de Noordoostpolder, omstreeks 1941 tot 1950
- landbouwkundig medewerker, WBS (Wiardi Beckman Stichting), van 1950 tot 1965
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 juli 1952 tot 10 mei 1965
- staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (belast met maatschappelijk werk), van 10 mei 1965 tot 22 november 1966 (benoemd bij K.B. van 6 mei 1965)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 7 december 1972
takenpakket (staatssecretaris)
- Was als staatssecretaris belast met 1. aangelegenheden op het terrein van de Directie Individueel Maatschappelijk Werk en Maatschappelijk Opbouwwerk; 2. aangelegenheden op het terrein van de Directie Maatschappelijke Voorzieningen, het Commissariaat van Ambonezenzorg en de afdeling Landelijk Contact
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/10)
- voorzitter Nederlandse Federatie voor Bejaardenbeleid, vanaf oktober 1968
- voorzitter Stichting Samenwerkende Vrijwillige Hulpdiensten, omstreeks 1987
- adviseur ANBO (Algemene Nederlandse Bond van Ouderen)
- lid voorlopige Raad voor het Ouderenbeleid, van 11 februari 1988 tot 1 januari 1993
afgeleide functies, presidia etc.
- lid Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, van februari 1958 tot mei 1965
- voorzitter vaste commissie voor de Visserij (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 2 oktober 1963 tot 11 mei 1965
- ondervoorzitter vaste commissie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 1 maart 1967 tot 7 december 1972
- voorzitter bijzondere commissie voor de Nota Bejaardenbeleid 1970 (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van oktober 1970 tot maart 1972
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met landbouw, maatschappelijk werk (bijstand, ouderenbeleid) en visserij en daarnaast met Koninkrijksaangelegenheden
- Was in 1960 één van de woordvoerders van zijn fractie bij de behandeling van de ontwerp-Wet op de dierenbescherming
- Interpelleerde op 4 april 1963 minister Marijnen over de ontwikkeling van de prijzen van landbouwgronden na opheffing van de prijsbeheersing per 1 januari 1963
- Interpelleerde op 17 maart 1970 minister Schut en staatssecretaris Van de Poel over de voorgenomen afremming van de bouw van bejaardentehuizen
- Interpelleerde op 5 november 1970 staatssecretaris Van de Poel over halfjaarlijkse uitkeringen aan bijstandtrekkers
opvallend stemgedrag (2/6)
- Behoorde in 1971 tot de drie leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel over uitbreiding van de gemeente Alkmaar etc. stemden
- Behoorde in 1972 tot de acht leden van zijn fractie die tegen het wetsvoorstel financieel statuut van het Koninklijk Huis stemden
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Drong in 1965 bij gemeenten aan op bredere bekendmaking van bijstandsnormen
- Pleitte in 1966 voor het maatschappelijk betrokken houden van gepensioneerden, zodat zij ook na hun 65ste een zinvolle invulling aan hun leven konden geven
als bewindspersoon (wetgeving)
- Bracht in 1966 wetten (Stbb. 355, 356 en 357) tot stand waardoor de buitengewone pensioenen (voor oud-verzetsdeelnemers, oorlogsslachtoffers en hun nabestaanden) welvaartsvast werden, er een tijdelijke toeslag kwam en er gedeeltelijk compensatie werd gegeven voor de over de pensioenen geheven AOW- en AWW-premie (8502 & 8503 & 8504)
Wetenswaardigheden
algemeen
- Verwierf als staatssecretaris populariteit bij de provo's, die vonden dat hij als één van de weinige politici iets begreep van hun streven naar andere machtsverhoudingen en hun strijd tegen de 'regentenmentaliteit' van veel bestuurders. Er werd door hen bij de verkiezingen van 1967 een voorkeursactie voor hem gevoerd.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
- Trouw, 30 december 1992
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.