A.J. de Smit van den Broecke
Zeeuwse marineofficier en zoon van de burgemeester van Aardenburg die, toen hij kapitein ter zee was, minister van Marine werd in het kabinet-Van Hall/Donker Curtius. Kwam als minister in conflict met de Tweede Kamer over de bouw van een drijvend dok. Bleef echter, ook na het aftreden van het kabinet-Van Hall, nog een maand aan tot er een opvolger was. Na zijn aftreden directeur van de Marine-instituten in Vlissingen en Den Helder.
technocraat
functie(s) in de periode 1855-1856: minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Abraham Johannes
wijziging in naam en/of titulatuur
A.J. van den Broecke (De Smit toegevoegd bij de geboorte, formeel als voornaam)
geboorteplaats en -datum
Aardenburg, 13 mei 1801
overlijdensplaats en -datum
Oost-Souburg (gem. Oost- en West-Souburg), 1 januari 1875
Partij/stroming
partij(en)
partijloos
Hoofdfuncties/beroepen (5/6)
- commandant Zr.Ms. stoomschip "Gedeh", 1852 (naar West-Indië)
- commandant Zr.Ms. fregat "Doggersbank", van december 1852 tot februari 1855
- minister van Marine, van 8 februari 1855 tot 1 augustus 1856
- directeur en commandant Marine-instituut te Vlissingen, van 1 november 1857 tot 1 juli 1861
- gepensioneerd, vanaf 1 juli 1861
officiersrangen (4/7)
- kapitein-ter-zee, van 1 januari 1852 tot 1 januari 1856
- schout-bij-nacht, van 1 januari 1856 tot 1 april 1860
- vice-admiraal, van 1 april 1860 tot 1 juli 1861
- vice-admiraal b.d., vanaf 1 juli 1861
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
adjudant in buitengewone dienst van Z.M. koning Willem III, van 31 juli 1856 tot 1 januari 1875
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Maakte in 1846 de expeditie naar Bali mee
- Vroeg ontslag als minister, nadat de Tweede Kamer geen f 200.000 wilde beschikbaar stellen voor een nieuw drijvend dok te Willemsoord. De Tweede Kamer verwierp op 23 april 1856 met 38 tegen 14 stemmen een door hem ingediende suppletoire begroting. Bleef uiteindelijk aan en was zelfs nog een maand lid van het kabinet-Van der Brugghen, totdat J.S. Lotsy hem opvolgde.
uit de privésfeer
- De naam De Smit werd bij zijn geboorte toegevoegd, omdat grootmoeder Maria de Smit getuige was bij de aangifte (informatie Gem.)
- In september 1875 werd op de begraafplaats te Oost-Souburg een monument ter nagedachtenis aan hem opgericht
- Zijn vader was burgemeester van Aardenburg en lid van Provinciale Staten van Zeeland
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 307
- Ned. Patriciaat, 1946
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.