A.Q.H. Dijxhoorn
Officier die in het tweede kabinet-De Geer minister van Defensie was. Had in die functie de politieke verantwoordelijkheid voor de mobilisatie in 1939 en voor de Nederlandse verdediging in 1940. Zijn positie werd bemoeilijkt, doordat hij een lagere rang had dan de legerleiding. Trad vaak nogal aarzelend op, maar verving begin 1940 wel opperbevelhebber Reynders door Winkelman. Er was voortdurend sprake geweest van ernstige verschillen van mening tussen hem en de opperbevelhebber. Zijn aanzien bij het leger had hieronder te lijden. Trad in Londen af, nadat koningin Wilhelmina het vertrouwen in hem had opgezegd.
Partijloos
functie(s) in de periode 1939-1941: minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-minister van Defensie, van 10 augustus 1939 tot 12 juni 1941
-
-namens de regering in Londen belast met bijzondere opdrachten, van december 1944 tot april 1945
-
-gedetacheerd bij SHAEF (Supreme Headquarters Allied Expiditionary Force) te Reims, van 26 april 1945 tot 9 mei 1945
-
-waarnemend chef van de Generale Staf, van 9 mei 1945 tot 1 november 1945
-
-lid Hoog Militair Gerechtshof, van 1 juli 1946 tot 22 januari 1953 (benoemd bij K.B. van 22 juni 1946)
officiersrangen (4/8)
-
-luitenant-kolonel der infanterie, van 1 november 1938 tot november 1940
-
-kolonel der infanterie, van november 1940 tot 31 december 1941
-
-generaal-majoor der infanterie, van 31 december 1941 tot 9 november 1945
-
-luitenant-generaal der infanterie, vanaf 9 november 1945
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid commissie technische reglementen, Koninklijke Landmacht, van 1931 tot 1938
-
-redacteur "De Militaire Spectator", van 1932 tot 1938
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Was in 1940 verantwoordelijk voor de vervanging van generaal I.H. Reynders door generaal H.G. Winkelman als opperbevelhebber van het Nederlandse leger. Reynders wilde op meer terreinen bevoegdheden op grond van de staat van beleg krijgen. De regering voelde daar niet voor. Bovendien was er een geschil van mening over de verdedigingsstrategie in Zuid-Nederland (Raam-Peel-Stelling).
-
-Trad af als minister, omdat er onvoldoende vertrouwen in zijn beleid bestond bij de andere ministers (uitgezonderd Steenberghe) en, met name bij koningin Wilhelmina. De koningin verloor het vertrouwen in hem vanwege zijn opvatting dat een Duitse invasie in Engeland te verwachten en ook kansrijk was en onderhandelingen geboden waren. Daarnaast waren er conflicten over het interneringsbeleid van de Centrale Inlichtingen Dienst en over de personele bezetting van het Bureau Bijzondere Aangelegenheden van het ministerie van Defensie. Hij aarzelde lang uitvoering te geven aan de door de koningin gewenste overplaatsing van D. van Voorst Evekink, hoofd van dat bureau.
-
-Had begin 1941 vijf keer met aftreden gedreigd. De 'ijzige' behandeling door de koningin deed hem uiteindelijk besluiten zijn ontslag te nemen.
-
-Wilde in mei 1945 alleen waarnemend chef van de Generale Staf zijn, om de weg vrij te houden voor benoeming een in rang hogere officier
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
-
-P.M.H. Groen, "Dijxhoorn, Adriaan Quirinus Hendrik (1889-1953)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 156
-
-L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 1939-1945", deel I, 617-619
-
-J.A. Eigeman, "De Enquêtecommissie en de wisseling in het opperbevel in Februari 1940: Een militair-staatsrechtelijke studie" (1949)
-
-T. van Gent, "De minister en de majesteit. Adriaan Dijxhoorn, minister van Defensie in oorlogstijd" (2022)
-
-Ned. Patriciaat, 1973
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.