Staatsraad

De term 'staatsraad' heeft tegenwoordig een iets andere betekenis dan voor 2010. Tot 2010 was staatsraad de aanduiding voor een lid van de Raad van State. Sinds herziening van de Wet op de Raad van State in 2010 kent de Raad van State echter zowel een klein aantal leden als (ruim vijftig) staatsraden. Daarnaast zijn er staatsraden in buitengewone dienst (feitelijk zijn dat deeltijd-staatsraden).

Leden en staatsraden worden benoemd in de Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak (bij uitzondering in beide afdelingen, maar dat is nu niet meer het geval). Hun positie is feitelijk gelijk.

Dat er leden (maximaal tien) zijn heeft te maken met artikel 38 van de Grondwet. Krachtens dat artikel oefent de Raad van State het koninklijk gezag uit als er geen opvolger is voor de Koning. Dat gebeurt dan door het beperkte gezelschap van de vicepresident en de leden.

Het staatbestel voor 1813 kende ook de organisatie Staatsraad. Dat was in de periode 1805-1810 de naam van wat nu de Raad van State is.