Montesquieu-paper: Kamer moet eerst beslissen over eigen taakopvatting en dan pas ondersteuning Kamerleden uitbreiden
DEN HAAG (PDC) - De Tweede Kamer moet eerst duidelijke keuzes maken over wat haar voornaamste taakopvatting is voordat zij haar eigen staf uitbreidt. Dat betogen wetenschappers Simon Otjes, Gijs Jan Brandsma, Carla Hoetink en Wimar Bolhuis in de nieuwste policy paper van het Montesquieu Instituut.
Aanleiding voor de paper is het aankomende commissiedebat over de raming van de Tweede Kamer op 20 juni. In dit debat worden de uitgaven voor de Kamer zelf besproken door de commissie Binnenlandse Zaken, waarin onder andere de vraag naar voren zal komen of er uitbreiding van de Kamerondersteuning nodig is. Vaak gaat het in discussies over dit onderwerp echter over de vraag hoeveel ondersteuning de Kamer nodig heeft, en minder over hoe die ondersteuning er uiteindelijk uit moet komen te zien.
Wil de Kamer bijvoorbeeld meer inzetten op haar controlerende taak, dan zal zij moeten investeren in informatiemakelaars die haar onafhankelijke informatiepositie vergroten. Bij een meer wetgevende taakopvatting heeft de Kamer echter behoefte aan meer juridisch adviseurs. In de paper geven de auteurs aan de hand van drie kerntaken een 'menukaart' ter stimulering van deze discussie.
De policy paper is vanaf vandaag gratis te lezen op de website van het Montesquieu Instituut.