Wopke Hoekstra en Mark Rutte als laatste ondervraagd in kader van toeslagenaffaire
Verhoren parlementaire ondervraging Kinderopvangtoeslag 26 november
DEN HAAG (PDC) - Gisteren, op de laatste dag van verhoren, waren minister van Financiën Wopke Hoekstra en premier Mark Rutte aan de beurt om verhoord te worden door de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen.
Hoekstra sprak zijn lof uit voor vasthoudende Kamerleden en media zonder wie de omvang van de affaire waarschijnlijk niet boven water was gekomen. Daarnaast ging hij in zijn verhoor in op het functioneren en de houding van de Belastingdienst, waar hij hard over oordeelde. Problemen zouden niet worden opgepakt, ook al waren ze bekend en werd er gezegd dat er een oplossing moest komen. In de toeslagenaffaire hadden de dwanginvorderingen eerder stopgezet moeten worden, in plaats van eerst nog meer onderzoek te doen en informatie te verzamelen.
Rutte sprak tijdens zijn verhoor over "een verschrikkelijk ongeluk". Hij was het niet eens met de opmerkingen van de commissie dat Rutte zelf aanjager was van de strenge fraudeaanpak. Wel gaf hij aan in het verleden tegen ambtenaren gezegd te hebben dat zij "alles op alles" moeten zetten om fraude met sociale uitkeringen te bestrijden. Er werd ook ingegaan op het informeren van de Tweede Kamer en of dit op adequate wijze was gebeurd. Terugkijkend is dat niet het geval, aldus Rutte. Maar, zo stelt hij, niet alle mails tussen ambtenaren of tussen bewindspersonen en ambtenaren moeten openbaar worden gemaakt. Zij moeten vrij van gedachten kunnen wisselen.
De verhoren zijn met de ondervraging van Hoekstra en Rutte tot hun einde gekomen. Op 17 december biedt de commissie haar verslag met bevindingen aan de Tweede Kamer aan.
Bron: Algemeen Dagblad, NOS, NRC