Financiële overheidssteun voor de KLM: ook al in 1950
Het eerste kabinet van premier Drees (1948-1951) zat zeer krap bij kas. Op vrijwel alle fronten moest worden bezuinigd. Zo niet op de KLM. Sterker nog, toen de KLM in 1950 grote verliezen leed, besloot het kabinet de nationale luchtvaartmaatschappij financieel te gaan ondersteunen.
Hoewel het parlement wel een aantal vraagtekens plaatste bij dit ruimhartige luchtvaartbeleid, ging het er toch mee akkoord. In het debat hierover was het niet de ratio maar de emotie die de boventoon voerde. De KLM zou het geschade zelfvertrouwen van Nederland, opgelopen door de Duitse bezetting en het verlies van Indonesië, een boost kunnen geven. Zoals een senator het in de zomer van 1950 treffend verwoordde: ‘Als hij de K.L.M. ziet, ademt ieder Nederlander op: Aha, wij zijn er nog en wij kunnen toch nog wat!’