Rapport Staatscommissie: de discussie is in gang gezet
DEN HAAG (PDC) - De partners van het Montesquieu Instituut zijn het er over eens dat de Staatscommissie Parlementair Stelsel goed werk heeft geleverd, maar dat het advies her er der nog wel voor aanvulling vatbaar is. Dat bleek tijdens een klein symposium op 18 december in Nieuwspoort waarbij de partners van het Montesquiue Intsutuur elk op het advies reflecteerde. Moderator Jan Schinkelshoek opende de middag door de commissie te bedanken voor het werk dat zij de afgelopen twee jaar heeft verricht.
In zijn inleiding gaf oud-commissielid Ruud Koole aan dat de commissie met een open en transparante werkwijze heeft willen laten zien welke urgentie kwesties er spelen als het gaat om de toekomstbestendigheid van ons parlementaire stelsel. Hij hoopt dat beide Kamers over hun eigen schaduw heen stappen om ook daadwerkelijk verandering mogelijk te maken. Vervolgens was het woord aan de vijf partners, Aalt Willem Heringa, Gerrit Voerman, Bernard Steunenberg, Bert van den Braak en Joop van den Berg, die in een korte voordracht hun mening gaven over het rapport en nieuwe aanbevelingen deden.
Hier werd door Ruud Koole nog kort op gereageerd. Hij benadrukte dat het Constitutioneel Hof en het referendum moet worden gezien als een noodventiel. Ook is de afschaffing van het partijenstelsel en de Eerste Kamer volgens hem ondenkbaar. Daarnaast moet het automatisme van “formateur is premier” eruit. Ten slotte was er nog ruimte voor debat en vragen uit het publiek. Een interessante vraag uit het publiek was of het kiesstelsel aan vernieuwing of verandering toe is. Uit de antwoorden van de sprekers bleek dat er wellicht verbeterpunten zijn in het huidige kiesstelsel, maar dat er geen ander stelsel beter is dan het huidige.
De bijdragen van het symposium