Achtergrond: apolitieke buitenstaanders in het kabinet
Zowel de vorige week overleden oud-premier De Jong als de deze week overleden oud-minister Langman kwamen als politieke buitenstaanders in het kabinet. De Jong had vóór hij in 1959 staatssecretaris werd nog nooit gestemd en de partijloze Langman kwam voor de VVD in het kabinet, hoewel hij in 1971 op de ARP had gestemd.
Toetreding van apolitieke figuren tot een kabinet is steeds minder gebruikelijk, al komen bewindslieden nog altijd niet allemaal uit de politiek. Bekende recente buitenstaanders zijn Ronald Plasterk en staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten uit het kabinet-Rutte I. Plasterk was echter wel eerder raadslid geweest voor de PvdA in Leiden.
Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was de benoeming van bewindslieden, die geen partijlid waren, minder zeldzaam. In 1971 trad ook Louis Stuijt, die minister van Volksgezondheid werd, toen pas toe tot de KVP. In 1979 werd Ton van Trier pas lid van het CDA toen hij minister voor Wetenschapsbeleid werd.
Vooral onder bewindslieden op Defensie zaten soms politiek weinig uitgesproken personen. Joop Haex werd in 1963 bij zijn aantreden als staatssecretaris lid van de CHU, omdat die partij (naast KVP, ARP en VVD) recht had op een post bij Defensie. Haex vond dat de overwegend Nederlands Hervormde CHU wel een fatsoenlijke 'club' was. Hijzelf was katholiek. CHU-fractievoorzitter Beernink bood minister Piet de Jong een lepeltje aan, voor het aanbrengen van een nieuw CHU-lid.