Grondwetsherziening 1948
In 1948 werden in de Grondwet bepalingen opgenomen over het voorbereiden en vestigen van een nieuwe rechtsorde en om instelling van het instituut van staatssecretaris mogelijk te maken. Verder kwam er een bepaling over het inkomen van de afgetreden koning(in) en werden bepalingen opgenomen over de uitzonderingstoestand.
onderwerp |
kamerstuk |
indiening |
eerste lezing stemming TK* |
eerste lezing stemming EK |
kamerstuk |
tweede lezing stemming TK |
tweede lezing stemming EK |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Nieuwe rechtsorde Koninkrijk |
775 |
2-4-1948 |
29-4-1948: 84-9 (tegen CPN) |
26-5-1948: 29-10 (tegen ARP, CPN) |
907 |
19-8-1948: 76-22 (tegen ARP, CPN, SGP, Welter) |
3-9-1948: 37-11 (tegen ARP, CPN, 1 CHU) |
invoering instituut staatssecretaris |
775 |
2-4-1948 |
29-4-1948: a.s. |
26-5-1948: 33-3 (tegen CPN) |
907 |
19-8-1948: 83-15 (tegen CHU, CPN) |
3-9-1948: 46-3 (tegen CPN) |
buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (in.Romme) |
814 |
4-5-1948 |
14-5-1948: a.s. |
26-5-1948: 33-3 (tegen CPN) |
907 |
19-8-1948: 92-6 (tegen CPN) |
3-9-1948: 46-3 (tegen CPN) |
inkomen afgetreden staatshoofd |
834 |
18-5-1948 |
14-5-1948: a.s. |
26-5-1948: a.s. |
907 |
19-8-1948: a.s. |
3-9-1948: a.s. |
-
*a.s.=met algemene stemmen