Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Uitslag

De uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2011 lieten een resultaat zien dat min of meer als bevestiging kon gelden van de machtsverhoudingen zoals die al na de Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 duidelijk waren geworden. De VVD boekte in alle provincies behalve Noord-Holland winst, de PVV groeide explosief (en werd vanuit het niets zelfs de grootste partij van Limburg) en het zetelaantal van het CDA werd zoals een jaar eerder bijna gehalveerd.

Partij

Stemmen 2011

% 2011

% 2007

% Verandering 2007/2011

CDA

984.783

14,2

25,0

-10,8

VVD

1.358.737

19,6

18,1

+1,5

PvdA

1.200.392

17,3

17,9

-0,6

SP

704.937

10,2

14,8

-4,6

GroenLinks

436.611

6,3

6,1

+0,2

ChristenUnie

230.531

3,3

5,5

-2,2

D66

578.282

8,3

2,6

+5,7

Partij voor de Dieren

130.092

1,9

2,4

-0,5

SGP

152.000

2,2

2,4

-0,2

ChristenUnie-SGP

34.413

0,5

0,9

-0,4

Partij voor de Vrijheid

862.398

12,4

-

+12,4

50Plus

163.601

2,4

-

+2,4

Partij voor het Noorden

9.391

0,1

0,2

-0,1

Fryske Nasjonale Partij

27.242

0,4

0,5

-0,1

Mooi Utrecht

1.282

0,0

0,1

-0,1

Ouderenpartij Noord-Holland/Verenigde Seniorenpartij

21.313

0,3

0,5

-0,2

Partij voor Zeeland

9.452

0,1

0,2

-0,1

Partij Nieuw Limburg

7.746

0,1

0,2

-0,1

Overige nieuwe partijen

29.848

0,4

0,2

+0,2

Overige

0

0,0

2,4

-2,4

Blanco/ongeldig

 

0,3

0,4

-0,1

2.

Consequenties op nationaal niveau

Het bijzondere minderheidskabinet zal door deze verkiezingsuitslag in de Eerste Kamer op zoek moeten naar steun van andere partijen, waarbij de SGP de eerste kandidaat lijkt te zijn.

De uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen werd wel gezien als een referendum over het kabinet-Rutte. Landelijke onderwerpen stonden centraal tijdens een campagne waarvoor veel zwaargewichten met nationale bekendheid werden ingezet.

Door zowel oppositiepartijen als coalitiepartijen werd het kabinetsbeleid tot inzet gemaakt van de verkiezingen. GroenLinks-leider Sap riep premier Rutte bijvoorbeeld op nieuwe verkiezingen uit te schrijven als zijn coalitie de verkiezingen zou verliezen. Ook premier Rutte zelf wees kiezers op het landelijke belang van de verkiezingen. Hij zei te vrezen voor 'Belgische toestanden' als de coalitie geen meerderheid in de Eerste Kamer zou krijgen. Hiermee doelde hij erop dat het land onbestuurbaar zou zijn zonder steun in de Senaat.

Het is waarschijnlijk dat deze nationale dimensie van de verkiezingen de opkomst omhoog gestuwd heeft. Op landelijk niveau kwam de opkomst uiteindelijk uit op 55,9 procent.


Meer over