PvdA en het maatschappelijk protest
Tot het midden van de jaren zestig was de PvdA een tamelijk gezagsgetrouwe partij, die weinig op had met maatschappelijke onrust. Dit kwam in belangrijke mate voort uit angst voor het communistische gevaar, zowel nationaal als internationaal. PvdA-voormannen als Vorrink en Vermeer behoorden tot de felste anticommunisten. Daarnaast was de wederopbouw gebaat bij maatschappelijke rust.
In de jaren zestig veranderde dat, al nam de PvdA-leiding nog eind jaren zestig afstand van de bezetting door studenten van universiteitsgebouwen, zoals van het Maagdenhuis in Amsterdam.
Toen er sprake was van meer internationale ontspanning en ook de naoorlogse generatie zich meer ging roeren, werd ook de PvdA daardoor beïnvloed. Dat kwam onder meer tot uiting tot een steeds sterker wordend verzet tegen de politiek van de NAVO en tegen de (atoom)bewapeningswedloop.
Daarnaast ging de PvdA steun geven aan de strijd van de anti-apartheidsbeweging en keerde het zich tegen het Spanje van Franco, tegen de dictatuur in Portugal (en tegen de koloniale politiek van dat land) en tegen het kolonelsregime in Griekenland. In de jaren tachtig gaf de PvdA steun aan de volksbeweging tegen de plaatsing van kernwapens (kruisraketten) in Nederland.
Soms leidde dit tot spanningen, zoals in 1981 toen veel PvdA-sympathisanten meeliepen in de grote vredesdemonstratie in Amsterdam. De PvdA-bewindslieden zagen, ondanks sympathie voor het doel van demonstratie, hiervan toen af. In het zelfde jaar was regeringspartij PvdA mede verantwoordelijk voor hard politie-optreden tegen demonstranten die de kerncentrale Dodewaard blokkeerden.
Bij ondersteuning van activisme op het gebied van kernenergie, milieu en natuurbehoud, en rechten van vrouwen nam de PvdA wel vaak een belangrijke positie in. De PvdA kwam in de jaren zeventig met een initiatiefvoorstel om abortus provocatus toe te staan. PvdA-coryfee Hedy d'Ancona was één van de leidende figuren van de Nederlandse vrouwenbeweging.
Meer over