Lot Couzy hing aan zijden draad
De positie van de bevelhebber van de landmacht, generaal Couzy, was in 1995 na de val van Srebrenica buitengewoon wankel. De toenmalige minister van Defensie Voorhoeve heeft zeer serieus overwogen hem te ontslaan. Voorhoeve zag echter op tegen de commotie die het ontslag zou geven en het juridisch gevecht dat ongetwijfeld op een ontslag zou volgen. Bovendien had hij Couzy nodig om de reorganisatie van de landstrijdkrachten af te ronden. Dit bleek gisteren tijdens de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Voorhoeve wist dat Couzy hem onvolledig had geïnformeerd: 'de generaal was zeer terughoudend in het melden van slecht nieuws', aldus de toenmalige minister van Defensie. Slecht nieuws was volgens Couzy niet goed voor het imago van een nieuwe landmacht zonder dienstplichtigen. Maar in een stevig gesprek gaf de bevelhebber dan toe fouten gemaakt te hebben en beloofde beterschap.
Was het nu onwil van de landmachttop de politieke leiding niet goed te informeren? Deze vraag stond gisteren tijdens de verhoren verder centraal. Van Kemenade, die hier in 1998 een onderzoek naar leidde, hield voor de enquêtecommissie staande dat informatie niet doelbewust en moedwillig werd achtergehouden. Blom daarentegen, bleef volhouden dat er wel sprake van onwil was. Zowel Voorhoeve als zijn opvolger De Grave, die gisteren ook gehoord werd, onderschreven deze laatste stelling.
bron: ANP