Lubbers: VN heeft Nederland in de steek gelaten
Oud-premier Lubbers vindt dat Nederland door de VN in de steek is gelaten. Voormalig minister Pronk meent dat ook de Nederlandse regering heeft gefaald. Dat verklaarden de oud-bewindslieden woensdag tegenover de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica.
Volgens Lubbers was de druk vanuit eigen land om, uit 'morele plicht', in te grijpen in Bosnië groter dan de internationale druk. Het was mogelijk geweest om te weigeren, maar het kabinet-Lubbers voldeed in 1993 zonder veel discussie aan het verzoek van de VN om troepen. Lubbers had destijds niet het idee dat de missie wel eens te zwaar zou kunnen zijn voor Dutchbat. Hij ontving van de minister van defensie Ter Beek of van generaals geen berichten die daarop wezen.
In een verhoor eerder op de dag verklaarde generaal Bastiaans dat hij wel degelijk bedenkingen had geuit bij de staf van de landmacht en bij Ter Beek. Die informatie is nooit doorgegeven aan de regering. Oud-minister Ter Beek verklaarde eerder voor de enquêtecommissie dat hij de indruk had dat Nederland niet wilde weigeren, om geen gezichtsverlies te lijden in het buitenland.
Pas na het aantreden van premier Kok in 1994 bleek dat Dutchbat de situatie niet aankon. Op 11 juli 1995 viel de moslimenclave in handen van de Serviërs. Gevreesd werd dat de vluchtelingen vermoord zouden worden, als bescherming uitbleef. Het uitgeputte Dutchbat kon die bescherming niet leveren; de toegezegde NAVO-luchtsteun bleef uit. Lubbers is daar nog altijd verbitterd over: hij vond dat de Nederlandse militairen en regering in de steek werden gelaten. De Serviërs vermoordden 7500 moslims.
Ook Pronk, toen minister voor Ontwikkelingssamenwerking, maakte de internationale gemeenschap verwijten, maar spreekt de Nederlandse regering daarmee niet vrij. Hij vond dat het kabinet tekortgeschoten had. De militairen verwijt hij niets; die hebben hun best gedaan.
bron: ANP, Trouw, Volkskrant