Raad van Europa (RvE)

Agora-gebouw Raad van Europa Straatsburg
Bron: © Martijn Schukkink

Na de verwoestende Tweede Wereldoorlog was er in Europa grote behoefte aan een organisatie die zich zou richten op het bevorderen van mensenrechten en democratie. In 1949 richtten Europese landen daarom de Raad van Europa op. Dit orgaan is géén onderdeel van de Europese Unie en moet niet verward worden met de Raad van de Europese Unie of de Europese Raad. Vrijwel alle Europese landen zijn lid.

Een belangrijk doel van de Raad van Europa is het bevorderen van de eenheid tussen de lidstaten, met name door het sluiten van onderlinge verdragen. Het belangrijkste daarvan is het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM), dat door alle lidstaten is getekend. Burgers kunnen zich beroepen op bepalingen in het EVRM bij een belangrijk orgaan van de Raad van Europa: het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Ook bewaakt deze organisatie de uitvoering van verdragen ter voorkoming van marteling. Naast mensenrechten is de Raad van Europa ook op andere terreinen actief. Zo stimuleert de Raad de culturele diversiteit in Europa, bijvoorbeeld op het gebied van architectuur, tv- en filmproducties.

De Raad van Europa heeft veel meer lidstaten dan de EU (bijna vijftig), namelijk bijna alle landen van Europa, waaronder ook Turkije en de landen in de Kaukasus. Rusland, Kazachstan, Belarus en Vaticaanstad zijn echter geen lid.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Kenmerken

Locatie (Stad)

Straatsburg

Locatie (Land)

Frankrijk

Website

www.coe.int

Grondslag

Statuut van de Raad van Europa (Verdrag van Londen)

Oprichting

5 mei 1949

Aard organisatie

Mensenrechten, eenheid tussen lidstaten

2.

Doelstelling

De Raad van Europa is een samenwerkingsverband tussen regeringen, met de volgende doelstellingen:

  • de bescherming van mensenrechten, het waarborgen van de meerpartijendemocratie en de naleving van de rechtsstaat
  • stimulering van de ontwikkeling Europa's culturele identiteit en diversiteit
  • het zoeken naar oplossingen voor problemen waarvan men vindt dat die de Europese maatschappij bedreigen, zoals discriminatie, intolerantie, milieubescherming, klonen, aids, drugs en doping, georganiseerde misdaad
  • de consolidatie van de democratische stabiliteit in Europa, door politieke, wetgevende en grondwettelijke hervormingen te steunen

Het werk van de Raad van Europa leidt tot de opstelling van conventies en verdragen. Recente conventies zorgen voor een kader waarmee cybermisdaden, doping, de uitbuiting van kinderen, kunnen worden tegengegaan, en landschapsbescherming en de afschaffing van de doodstraf op Europees niveau worden aangepakt. De lidstaten zijn niet verplicht om aan alle overeenkomsten deel te nemen.

In 1989 kreeg de parlementaire samenwerking tussen Europese landen een sterke impuls, toen veel Oost-Europese landen lid werden van de Raad van Europa. De contacten en uitwisselingen hebben het democratiseringsproces in deze landen vergemakkelijkt. Ook heeft het verdwijnen van het IJzeren Gordijn de slagkracht van de Raad van Europa sterk verhoogd. Vele parlementaire missies naar Oost-Europese en Zuidoost-Europese landen vormden de inzet van debatten in Straatsburg. Op deze wijze is de politieke rol van de Raad van Europa versterkt.

Enkele belangrijke verdragen die zijn getekend in het kader van de Raad van Europa zijn:

  • Europees verdrag ter Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) (1950),
  • de Europese Culturele Conventie (1954)
  • Europees Sociaal Handvest, betreffende arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden, vrijheid van vakvereniging, sociale zekerheid, opleiding en mobiliteit van werknemers (1961),
  • Europees Verdrag ter voorkoming van Marteling (1989),
  • Kaderverdrag voor bescherming van nationale minderheden (1994), en
  • Verdrag ter voorkoming van terrorisme (2005)

3.

Nederland

Nederland heeft een speciale ambassade, de Permanente Vertegenwoordiging (PV) bij de Raad van Europa in Straatsburg. Aan het hoofd daarvan staat een ambassadeur, die namens de Nederlandse regering aan het intergouvernementele overleg deelneemt. Daarvoor komen instructies uit Den Haag.