S. (Fia) van Veenendaal-van Meggelen

foto S. (Fia) van Veenendaal-van Meggelen
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief

Kamerlid en staatssecretaris voor DS'70. Oud-AJC'ster uit een rood nest. Haar vader was gemeenteraadslid in Zeist. In 1965 kwam zijzelf voor de PvdA in de gemeenteraad van Eindhoven. Verliet in mei 1970 de PvdA en trad in juli bij het vervullen van een vacature direct toe tot de groep-Goedhart. Werd in 1971 de enige vrouw in het kabinet-Biesheuvel als staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (met name belast met welzijnswerk en bijstand), daar waar volkshuisvesting haar voorkeur had. Wist tijdens haar korte staatssecretariaat enkele belangrijke wetten door het parlement te loodsen. Keerde daarna nog een periode terug naar de Tweede Kamer en koos in 1975 bij een intern conflict als enige de zijde van Drees jr.

Groep-Goedhart, DS'70
functie(s) in de periode 1971-1977: lid Tweede Kamer, staatssecretaris

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Sophia (Fia)

wijziging in naam en/of titulatuur
S. van Meggelen

geboorteplaats en -datum
Strijp (thans gem. Eindhoven), 7 april 1918

overlijdensplaats en -datum
Eindhoven, 21 september 2005

2.

Partij/stroming

partij(en)
  • SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), van 1936 tot 9 februari 1946
  • PvdA (Partij van de Arbeid), van 9 februari 1946 tot 8 januari 1970
  • DS'70 (Democratisch-Socialisten 1970), vanaf 14 februari 1970

lid tussentijds gevormde fractie(s)
groep-Goedhart, van 28 juli 1970 tot 28 april 1971

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/8)

  • lid hoofdbestuur/secretaris Vrouwenbond in het NVV (Nederlands Verbond van Vakverenigingen), van 1948 tot 1956
  • beroepskeuze-adviseur GAB (Gewestelijk Arbeidsbureau) te Eindhoven, van 1957 tot 1970 (in de rang van hoofdcommies)
  • lid gemeenteraad van Eindhoven, van 4 september 1962 tot februari 1971
  • lid Provinciale Staten van Noord-Brabant, van juni 1963 tot 28 juli 1970
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 juli 1970 tot 28 juli 1971
  • staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (belast met maatschappelijke dienstverlening, bijstand en buitengewone pensioenen), van 28 juli 1971 tot 21 juli 1972
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 8 juni 1977

takenpakket (staatssecretaris)
  • Was als staatssecretaris belast met zaken van 1. de directie Maatschappelijke Dienstverlening, 2. de directie Bijstandszaken, 3. de afdeling Volkskredietwezen, 4. de afdeling Buitengewone Pensioenen en Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/10)

  • lid bestuur regionaal orgaan leerlingwezen in Oost-Brabant
  • voorzitter Stichting "Beschermd Wonen", vanaf 1976

afgeleide functies, presidia etc.
plaatsvervangend lid Presidium (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 25 mei 1971 tot 28 juli 1971

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met onderwijs, maatschappelijk werk, volksgezondheid en volkshuisvesting
  • Interpelleerde op 14 mei 1975 staatssecretaris Schaefer over de wijziging van de beschikking geldelijke steun onder eigen woningen

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Weigerde in 1971 de pensioenregelingen voor joodse oorlogsgetroffenen te verruimen, waarvoor zij door de oppositie sterk bekritiseerd werd. Had wel een belangrijk aandeel in de voorbereiding van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945.
  • Verdedigde in 1972 samen met staatssecretaris Rietkerk de in 1970 verschenen Nota Bejaardenbeleid in het parlement. De nota bevatte een vijfjarenplan waarmee de grootste knelpunten moesten worden opgelost. Voorstellen zijn verbetering van de AOW, bouw van 12.000 bejaardenwoningen per jaar, uitbreiding van het aantal gezinshulpen en wijkverpleegkundigen, uitbreiding van het aantal dienstencentra en 10.000 extra verpleegbedden per jaar. Besloten werd volledige uitvoering aan de plannen te geven. (10.934)

als bewindspersoon (wetgeving)
  • Bracht in 1972 een wet (Stb. 344) tot wijziging van de Wet op de Bejaardenoorden tot stand, waardoor de aanmeldingsplicht wordt vervangen door een vestigingsbeleid. De bouw wordt gebonden aan een soort vergunning; de uitvoering hiervan komt te liggen bij de provincie. Er komt een Centrale Commissie voor de Bejaardenoorden, die gevraagd en ongevraagd advies kan geven over uitvoering van de wet. Het wetsvoorstel was in 1970 ingediend door staatssecretaris Van de Poel. (10.986)
  • Bracht in 1972 samen met staatssecretaris Oostenbrink de Wet op het Consumptief geldkrediet (Stb. 399) tot stand. In de nieuwe wet, die de Geldschieterswet vervangt, blijven de uitgangspunten van die wet gehandhaafd. Er wordt wel een concessiestelsel ingevoerd voor het houden van particuliere voorschotbanken. De concessieverlening wordt centraal geregeld, waarbij B&W worden gehoord. Er wordt een grensbedrag van f 10.000,- dat als krediet mag worden verstrekt, ingevoerd. Het wetsvoorstel was in 1968 ingediend door staatssecretaris Van de Poel. (9.952)

8.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Legde na haar installatie als Kamerlid een verklaring af, waarin zij haar keuze verdedigde om geen zitting te nemen namens de PvdA
  • Was in 1971 aanvankelijk kandidate voor het staatssecretariaat op Volkshuisvesting, maar werd staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk toen de KVP geen kandidaat voor die post wist te vinden (oud-Tweede Kamerlid Truus Kok weigerde).
  • Kwam in 1974 in opspraak nadat zij een kort geding had verloren tegen de toneelgroep Proloog. Zij had deze toneelgroep in december 1974 in 'De Telegraaf' beschuldigd van onjuiste declaraties, misbruik van subsidies, banden met terroristische groeperingen en indoctrinatie. De partijraad sprak op 1 februari 1975 haar afkeuring uit over de ongefundeerde beschuldigingen. Nadat de affaire begin 1975 was geluwd, was zij enkele maanden afwezig wegens ziekte.

uit de privésfeer
  • Haar echtgenoot was metaalbewerker en technisch ambtenaar bij Philips
  • Haar vader was lid van de gemeenteraad van Zeist (1936-1940)

anekdotes en citaten
  • De haar toegewezen departementale chauffeur bleek een volle neef van haar te zijn

niet-aanvaarde politieke functies
  • lid Tweede Kamer, augustus 1977 (bedankte, omdat zij zich eerder als Kamerlid had uitgesproken voor verhoging van de kiesdrempel, en DS'70 slechts één zetel had)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
F. Maas, "Meggelen, Sophia van", in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.