Mr. M. (Mark) Slingenberg

foto Mr. M. (Mark) Slingenberg
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer

Vrijzinnig-democratisch bestuurder en minister. Groninger van geboorte; zoon van een arts. Na zijn studie advocaat in Haarlem. Was in die plaats wethouder en later gedeputeerde van Noord-Holland. Vanaf 1920 Eerste Kamerlid. Werd in 1935 minister van Sociale Zaken in het derde kabinet-Colijn. Bracht de wet inzake het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van cao's tot stand. In het kader van de 'aanpassingspolitiek' verminderde hij steunregelingen voor werklozen. Rustig en goed spreker. Stond echter niet bekend als een krachtig minister en vertoonde een zekere naïviteit ten aanzien van de werkloosheidspolitiek in Hitler-Duitsland.

VDB
functie(s) in de periode 1920-1937: lid Eerste Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Personalia

geboorteplaats en -datum
Beerta, 21 oktober 1881

overlijdensplaats en -datum
Haarlem, 9 mei 1941

2.

Partij/stroming

partij(en)
VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/14)

  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 30 november 1920 tot 20 september 1932 (1920-1923 voor Noord-Holland)
  • lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 7 juli 1931 tot 31 juli 1935
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 2 november 1932 tot 31 juli 1935
  • lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 24 april 1934 tot 31 juli 1935
  • minister van Sociale Zaken, van 31 juli 1935 tot 24 juni 1937
  • lid Provinciale Staten van Noord-Holland, van 4 juli 1939 tot 9 mei 1941
  • lid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, van 4 juli 1939 tot 9 mei 1941

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/7)

  • voorzitter Raad van Toezicht op de Provinciale bedrijven
  • lid Politiek Convent, vanaf 1 juli 1940

afgeleide functies, presidia etc.
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van 7 april 1926 tot 18 juli 1926
  • voorzitter Gemengde Commissie voor de Stenografie (Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1926 tot 31 juli 1935

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Hield zich in de Eerste Kamer onder meer bezig met financiën, onderwijs, Indische zaken, landbouw en waterstaat

opvallend stemgedrag (0/1)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Zette het beleid van steunvermindering voort en voerde in 1936 een rouleringssysteem in, waarbij werklozen afwisselend steun krijgen en in de werkverschaffing kunnen werken. Schafte de huurbijslag aan langdurig werklozen af en voerde een standaardloon in ter bepaling van de steun aan langdurig werklozen.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/5)
  • Bracht in 1936 samen met minister Van Lidth de Jeude de Rijtijdenwet tot stand. Chauffeurs in dienstbetrekking mochten slechts tien uur per dag en 55 uren per week werken, behoudens uitzondersgevallen. Ook voor andere autobestuurders konden overeenkomstige voorschriften worden uitgevaardigd, maar voor overige werkzaamheden behielden zij volledige vrijheid. De wet moest oververmoeidheid van bestuurders van motorrijtuigen tegengaan, zowel vanwege de verkeersveiligheid als vanwege de arbeidsomstandigheden.
  • Bracht in 1937 de Wet algemeen verbindend en onverbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 801) tot stand. Daardoor kan de minister een c.a.o. in een bedrijfssector verbindend verklaren voor het gehele land of een gedeelte daarvan. De verbindendverklaring kan alleen op verzoek van één of meer werkgevers of een verenging van werkgevers of werknemers geschieden. Ze kan worden ingetrokken en tevens kan een c.a.o. door de minister onverbindend worden verklaard.
  • Bracht in 1937 een wet tot stand die de regering voor drie jaar de bevoegdheid gaf het aantal vrouwelijke werkkrachten in fabrieken en werkplaatsen te beperken

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

verkiezingen
  • Versloeg in 1920 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Noord-Holland met 37 tegen 31 stemmen P.A. Diepenhorst (arp)
  • Versloeg in 1922 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Holland met 36 tegen 29 stemmen J. Douwes (arp)
  • Werd in 1923, 1926 en 1932 gekozen door Groep IV: Zuid-Holland

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • H. van Felius en H.J. Metselaars, "Noordhollandse Statenleden 1840-1919" (1990)
  • Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.


Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.