A.H.J.L. (Alexander) Fiévez
Minister van Oorlog in het kabinet-Beel I en daarna kort Tweede Kamerlid. Was reeds als officier maatschappelijk actief, onder meer in de katholieke officiersvereniging. In de meidagen van 1940 betrokken bij de verdediging van de Grebbeline. Als minister (mede)verantwoordelijk voor het uitzenden van dienstplichtigen naar Indonesië. Zijn Dienstplichtwet maakte een actieve Nederlandse rol in de NAVO mogelijk. Na zijn ministerschap tot zijn overlijden vicefractievoorzitter van de KVP. Bekwame, maar wat eerzuchtige minister die in korte tijd het nodige tot stand bracht.
KVP
functie(s) in de periode 1946-1949: lid Tweede Kamer, minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-hoofd Bureau Organisatie, hoofdkwartier van het veldleger, van 1935 tot 1940
-
-medewerker Defensieafwikkelingsbureau, vanaf 1940
-
-medewerker Distributiedienst
-
-chef Bureau Organisatie, militair kabinet van de minister van Oorlog, van 1945 tot 2 juli 1946
-
-minister van Marine ad interim, van 3 juli 1946 tot 7 augustus 1946
-
-minister van Oorlog, van 3 juli 1946 tot 7 augustus 1948
-
-minister van Marine ad interim, van 25 november 1947 tot 7 augustus 1948
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 27 juli 1948 tot 30 april 1949
gevangenschap/internering
-
-krijgsgevangene te Neurenberg, mei 1943
-
-krijgsgevangene te Stanislau, van 1943 tot januari 1944
-
-krijgsgevangene te Neu Brandenburg, van januari 1944 tot mei 1945
officiersrangen (4/6)
-
-kapitein der infanterie, van 1 april 1938 tot augustus 1945
-
-majoor der Generale Staf, van augustus 1945 tot mei 1946
-
-(tijdelijk) luitenant-kolonel der Generale Staf, van mei 1946 tot 7 augustus 1948
-
-kolonel der Generale Staf b.d., 7 augustus 1948 (eervolg ontslag)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-lid hoofdbestuur ARKO (Algemeene Roomsch-Katholieke Officierenvereeniging), van 1935 tot 1940
-
-lid hoofdbestuur ARKO (Algemeene Roomsch-Katholieke Officierenvereeniging), van februari 1945 tot 1949
afgeleide functies, presidia etc.
-
-lid commissie van voorbereiding voor de voorstellen tot Grondwetsherziening inzake Nederlands-Indië en het ontwerp-Unieverdrag (Commissie van Negen) (Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1948 tot 30 april 1949
-
-lid parlementaire enquêtecommissie regeringsbeleid 1940-1945 (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juli 1948 tot 30 april 1949
-
-Was defensiespecialist van de KVP-Tweede Kamerfractie. Heeft als Kamerlid echter niet het woord gevoerd.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Was als minister zowel verantwoordelijk voor de heropbouw van het Nederlandse leger als voor de uitzending van dienstplichtigen naar Nederlands-Indië. In december 1946 telde het leger bijna 120.000 manschappen, van wie er 47.000 waren uitgezonden.
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 1947 een machtigingswetje (Wet dienstplichtvoorzieningen) tot stand, waardoor tijdelijk kon worden afgeweken van de Dienstplichtwet ten aanzien van de keuring (er zou ook psychologische keuring plaatsvinden), vrijstelling en ten aanzien van de bestemming van dienstplichtigen voor overzeese dienst. Het wetsvoorstel was in 1946 ingediend door minister Meynen. (195)
-
-Bracht in 1947 een wet (Stb. H 293) tot stand waardoor tijdelijk dienstplichtigen zonder hun toestemming overzee (Nederlands-Indië) konden worden gestuurd (385)
-
-Bracht in 1948 een algehele herziening van de Dienstplichtwet (Stb. I 221) tot stand, waardoor de opbouw van een groter staand leger mogelijk moest worden. De dienstplicht liep van het achttiende tot vijfentwintigste jaar. Er werd niet langer een jaarlijks contingent bepaald; in principe was iedereen dienstplichtig. De duur van de eerste oefening werd 12 tot 24 maanden, afhankelijk van de rang en het wapen. Voor de zeemacht was die duur 21 tot 24 maanden. Op grond van het drie-broederstelsel werd er vanaf de vierde broer vrijstelling verleend van dienstplicht. (669)
-
-Veroordeelde in 1946 de openbaarmaking door stafchef H.J. Kruls van een gesprek dat hij samen met vice-admiraal Helfrich met koningin Wilhelmina had om hun zorgen te uitten over de toestand in Nederlands-Indië
-
-Werd in 1948 genoemd als burgemeester van Utrecht
uit de privésfeer
-
-Was hoofd van de geheime berichtendienst (radio) van de krijgsgevangene officieren in Neu Brandenburg
-
-Was vanaf januari 1949 afwezig wegens ziekte
-
-M.D. Bogaarts, "Fiévez, Alexander Helenus Johannes Leopoldus (1902-1949)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel V, 125
-
-M.D. Bogaarts, "De periode van het kabinet-Beel 1946-1948. Parlementaire Geschiedenis van Nederland na 1945", Band A (Nijmegen, 1989), p. 679 e.v.
-
-Wie is dat? 1948
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.