Liberale Unie
functie(s) in de periode 1912-1918: lid Tweede Kamer
Personalia
voornamen (roepnaam)
Willem Julius Emile Herman Marten
geboorteplaats en -datum
Schiermonnikoog, 21 oktober 1872
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 14 december 1918
Partij/stroming
partij(en)
Liberale Unie
Hoofdfuncties/beroepen (5/6)
- onderwijzer lagere school te Edam, tot 1 augustus 1897
- onderwijzer lagere school te Middelharnis, vanaf 1 juli 1897
- onderwijzer eerste klas, MULO-school te Middelharnis, tot september 1908
- onderwijzer eerste klas, openbare lagere school, Badhuiskade te Scheveningen, van 1 september 1908 tot september 1915 (sinds mei 1912 met verlof)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 3 mei 1912 tot 17 september 1918 (voor het kiesdistrict Hoorn)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/5)
- redacteur "Vooruit Hilversum", weekblad voor school en huis te Hilversum
- hoofdredacteur "Vooruit", liberaal weekblad te Hilversum
- voorzitter Rijkscommissie van toezicht op de Peulvruchtenverenigingen, omstreeks 1915
- lid Staatscommissie inzake de rechtstoestand van de ambtenaar (Staatscommissie-Dresselhuys), van 21 mei 1917 tot april 1919
afgeleide functies, presidia etc.
voorzitter begrotingscommissie voor hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid en Handel) 1916 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met sociale zekerheid, landbouw, nijverheid, onderwijs en zaken betreffende zijn district
- Interpelleerde op 12 december 1917 de ministers Posthuma, Treub en Cort van der Linden over de uitvoer van kaas naar Duitsland. Over de toestemming voor die uitvoer was een conflict ontstaan tussen minister Posthuma van Landbouw en minister Treub van Financiën; een conflict dat zich voortzette tot in de Tweede Kamer.
Wetenswaardigheden
uit de privésfeer
- Werd eind 1915 als voorzitter van de commissie van toezicht op de peulvruchtenverenigingen van corruptie beschuldigd. Hij zou uitvoerconsenten hebben uitgegeven aan een in moeilijkheden verkerende vriend. Een commissie uit de Liberale Unie concludeerde dat hij wel zijn geheimhoudingsplicht had geschonden, maar dat hij overigens te goeder trouw had gehandeld. Minister Posthuma deelde in de Tweede Kamer eveneens mee dat De Jong onjuist had gehandeld, maar dat er geen samenwerking was, omdat hij de betrokken persoon niet kende. Toen onder anderen Troelstra hierop later terugkwam, werd een onderzoekscommissie ingesteld, die hem opnieuw van corruptie vrijsprak.
verkiezingen
- Werd in januari 1912 bij een tussentijdse verkiezing in het district Hilversum na herstemming verslagen door V.H. Rutgers (arp)
- Versloeg in april 1912 bij een tussentijdse verkiezing in het district Hoorn na herstemming H.Ch. Vegtel (arp)
- Versloeg in 1913 C.D. Wesseling (r.k.) na herstemming
- Versloeg in 1917 B. de Ligt (csp)
- Was in 1918 geen kandidaat meer
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
- J.P. Schutz, scriptie Staatkundig-Historische Studiën, RU Leiden (1976)
- Onze Afgevaardigden, 1913
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.