liberaal, Kappeynianen, Liberale Unie, vooruitstrevende kamerclub, vrijzinnig-democratische kamerclub
functie(s) in de periode 1870-1904: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Johannes Pieter Roetert
wijziging in naam en/of titulatuur
- Mr. J.P.R. Tak, van 1862 tot juli 1874 (naamstoevoeging "Van Poortvliet" in 1874)
- Mr. J.P.R. Tak van Poortvliet, vanaf juli 1874
geboorteplaats en -datum
Engelen (N.Br.), 21 juni 1839
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 26 januari 1904
Partij/stroming
stroming(en)
- liberaal
- Kappeyniaan, van 1879 tot 1884
- Takkiaan, 1894
partij(en)
Liberale Unie, van 1885 tot februari 1901 (waarschijnlijk niet toegetreden tot de VDB)
lid tussentijds gevormde fractie(s)
- Vooruitstrevend-Liberale Kamerclub, van 16 mei 1894 tot september 1897
- Vrijzinnig-Democratische Kamerclub, van september 1897 tot januari 1901
Hoofdfuncties/beroepen
- commies van staat, Raad van State, van 1863 tot 1865
- commies-griffier Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 15 maart 1865 tot 20 december 1870
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 21 oktober 1870 tot 10 juli 1875 (voor het kiesdistrict Middelburg)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1875 tot 7 november 1877 (voor het kiesdistrict Zutphen)
- minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van 7 november 1877 tot 20 augustus 1879
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 24 februari 1880 tot 11 oktober 1884 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 17 augustus 1887 (voor Noord-Holland)
- dijkgraaf Hoogheemraadschap van Delfland, van 15 september 1887 tot 20 augustus 1891
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor Noord-Holland)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 21 augustus 1891 (voor het kiesdistrict Amsterdam)
- minister van Binnenlandse Zaken, van 21 augustus 1891 tot 8 mei 1894
- tijdelijk voorzitter van de ministerraad, van 22 maart 1894 tot 8 mei 1894 (na aftreden Van Tienhoven)
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 16 mei 1894 tot 24 januari 1901 (1894-1897 voor het kiesdistrict Amsterdam, 1897-1901 voor het kiesdistrict Beverwijk)
- lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 31 januari 1901 tot 26 januari 1904 (voor Noord-Holland)
(in)formateurschap(pen)
- kabinetsformateur, van 31 juli 1882 tot 8 augustus 1882 (niet geslaagd)
Partijpolitieke functies
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
Nevenfuncties (4/8)
- voorzitter Raad van Bestuur KPM (Koninklijke Pakket-Maatschappij), tot augustus 1891 (medeoprichter)
- voorzitter commissie belast met het afnemen der examens voor de betrekkingen van leerling-consul en vice-consul, van 4 juli 1894 tot 26 januari 1904
- hoofdingeland Hoogheemraadschap van Rijnland, vanaf 1896
- voorzitter Raad van Commissarissen Stoomvaartmaatschappij "Zeeland"
afgeleide functies, presidia etc. (4/24)
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van maart 1898 tot september 1898
- voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk V (Binnenlandse Zaken) 1899 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
- lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1899 tot maart 1900
- voorzitter Commissie van Rapporteurs voor hoofdstuk V (Binnenlandse Zaken) 1901 (Tweede Kamer der Staten-Generaal)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als parlementariër
- Sprak als Kamerlid onder meer over waterstaat, buitenlandse zaken, justitiële onderwerpen, financiën, spoorwegen en koloniale zaken
- Diende in 1874 samen met vijf andere leden een voorstel in om een parlementaire enquête te houden naar de Nederlandse koopvaardij
- Diende in 1881 met zeven andere leden een voorstel in om een parlementaire enquête te houden naar de Nederlandsche spoorwegen
- Speelde in 1882 een belangrijke rol bij de verwerping van het Handelstractaat met Frankrijk, wat voor het kabinet-Van Lynden van Sandenburg reden was om zijn ontslag in te dienen
opvallend stemgedrag
- Stemde in 1872 tegen artikel 1 van de ontwerp-Wet op de inkomstenbelasting van minister Blussé, nadat een door hem ingediend amendement met 50 tegen 28 stemmen was verworpen. Dit amendement beoogde de inkomstenbelasting te baseren op het zuivere jaarlijkse inkomen uit onroerende en roerende goederen, arbeid, beroepen, handel, nijverheid en uit wachtgelden en pensioenen uit openbare kassen. Het wetsvoorstel werd na de verwerping ingetrokken.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Diende in 1878 een wetsvoorstel in tot aanleg en verbetering van enige werken ten behoeve der binnenlandse scheepvaart (Kanalenwet). Dit behelsde onder andere aanleg van een kanaal door de Gelderse vallei van Amsterdam naar de Boven-Waal en aanleg van kanalen in Gelderland en Limburg. Na verwerping van artikel 1 op 20 mei 1879 met 40 tegen 39 stemmen trok hij het voorstel in. Dit was de inleiding tot de val van het kabinet-Kappeyne van de Coppello.
- Steunde als minister van Binnenlandse Zaken met nooduitkeringen armlastige gemeenten
- Stelde in 1892 de Centrale Commissie voor de Statistiek in
- Diende in 1892 een ontwerp-Kieswet in, waarbij een aanzienlijke uitbreiding van het mannenkiesrecht (circa 75% van alle mannen) werd voorgesteld. Vereisten voor het verkrijgen van kiesrecht waren volgens dit voorstel: het kunnen lezen en schrijven en het niet van de bedeling leven. Aanneming met 57 tegen 41 stemmen op 9 maart 1894 van een amendement-De Meijier leidde tot intrekking van het wetsvoorstel, gevolgd tot ontbinding van de Tweede Kamer. Tak had aanneming van het amendement slechts ontraden. De verkiezingsstrijd die hierop volgde, stond geheel in het teken van het voorstel van Tak, waarbij de scheiding tussen voor- en tegenstanders dwars door de politieke stromingen liep (de zogenaamde Takkianen en anti-Takkianen).
als bewindspersoon (wetgeving)
- Bracht in 1878 de Lokaalspoorwegwet tot stand, die aanleg van staatswege van lokaalspoorwegen (buiten het hoofdnet) mogelijk maakte
Wetenswaardigheden
algemeen (5/6)
- Kreeg in 1882 na de val van het kabinet-Van Lynden op 12 juli schriftelijk het verzoek een kabinet te vormen. Pas na enige aandrang - de koning had geen behoefte aan een onderhoud - werd overleg toegestaan, waartoe hij op 30 juli naar Frankfurt am Main afreisde waar de koning zich toen bevond. Daar vond op 31 juli alsnog een onderhoud plaats. Hij legde op 8 augustus 1882 de opdracht neer, omdat de koning grondwetsherziening afwees.
- Werd in maart 1884 als derde op de voordracht voor het Tweede Kamervoorzitterschap gezet
- Was in 1896 de enige afwezige bij de stemming over de ontwerp-Kieswet van Van Houten
- Sprak vanwege zijn slechte gezondheid in november 1897 voor het laatst in de Tweede Kamer. Werd desondanks in 1901 nog tot Eerste Kamerlid gekozen.
- Kon zich de laatste jaren van zijn leven, ook toen hij Eerste Kamerlid was, door ziekte nauwelijks nog verstaanbaar maken
uit de privésfeer
- Medeoprichter en aandeelhouder Stoomvaartmaatschappij Zeeland
- Eén van zijn dochters was gehuwd met een zoon van S.M.S. de Ranitz, Tweede Kamerlid
- Zijn oudste dochter, Marie, was een bekende kunstverzamelaar
anekdotes en citaten
- Was een boekenwurm. Toen zijn rol in de politiek was uitgespeeld, reisde hij - voor zover zijn gezondheid dat toeliet - door Zuid-Duitsland en Zwitserland en snuffelde in boekwinkels en antiquariaten naar publicaties van oude revolutionairen, waarmee hij zijn vriend Hendrik Quack gelukkig maakte.
verkiezingen (5/14)
- Werd in 1888 in het district Doetinchem na herstemming verslagen door J.G.S. Bevers (rk)
- Werd in 1891 in het district Delft na herstemming verslagen door H.A. van de Velde (arp)
- Werd in 1897 in de districten Amsterdam IX en Beverwijk gekozen. Nam zijn benoeming aan in Beverwijk. Versloeg in Amsterdam IX A. Kuyper (arp) en in Beverwijk Th.L.M.H. Borret (rk), in beide gevallen na herstemming.
- Werd in 1897 in het district Schiedam in de eerste stemmingsronde verslagen door O.J.H. graaf van Limburg Stirum (v.a.r.)
- Werd in 1901 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Noord-Holland met 41 van de 71 stemmen gekozen. Op J.G. Gleichman werden 15 stemmen uitgebracht.
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie (6/7)
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 1295
- W.P. Secker, J.P.R. Tak van Poortvliet (1839-1904), in: "Van Thorbecke tot Telders" (1993)
- "Tak van Poortvliet", in: D. Hillenius, "De bewoners van de Alexanderhof" (Den Haag, 1994)
- "Dagboeken en aantekeningen van Willem Hendrik de Beaufort 1874-1918", uitgegeven door J.P. de Valk en M. van Faassen, RGP kleine serie 74, band 2 (1993), p. 1008
- Onze Afgevaardigden, 1897
- Ned. Patriciaat, 1911, 1958
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
publicaties over en van letterkundigen
biografie
archivalia
archief-familie Pous-Tak van Poortvliet, Rijksarchief Zeeland
In de uitgebreide versie is een overzicht van publicaties opgenomen.
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.