functie(s) in de periode 1940-1945: secretaris-generaal
Personalia
voornamen (roepnaam)
Robert Antony
geboorteplaats en -datum
Soerabaja (Ned.-Indië), 12 januari 1882
overlijdensplaats en -datum
19 mei 1980
Hoofdfuncties/beroepen (5/7)
- ambtenaar ministerie van Waterstaat, van 1908 tot 1917
- plaatsvervangend directeur Rijksdienst voor werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling, van 1917 tot 1 januari 1933
- directeur Rijksdienst voor werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling, van 1 januari 1933 tot augustus 1940
- waarnemend secretaris-generaal ministerie van Sociale Zaken, van 7 augustus 1940 tot mei 1945 (benoemd door Seyss-Inquart)
- directeur-generaal Rijksarbeidsbureau, van 1 oktober 1940 tot 6 mei 1945 (belast met de uitzending van Nederlandse arbeiders naar Duitsland; ontslag 1 augustus 1946)
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties
- lid Staatscommissie inzake onvolwaardige arbeidskrachten (Staatscommissie-Josephus Jitta), vanaf 22 april 1929 (nog in 1937)
- redacteur Tijdschrift van den Nederlandschen Werkloosheidsraad
- lid adviescommissie voorontwerp van wet beperkende bepalingen inzake arbeid van gehuwde vrouwen (Hoge Raad van Arbeid), vanaf december 1937
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Wetenswaardigheden
algemeen (5/7)
- Was eerstverantwoordelijke voor het op 1 november 1941 in werking getreden Ziekenfondsenbesluit 1941, dat tot 1964 de wettelijke basis vormde voor de verplichte ziekenfondsverzekering voor werknemers in loondienst (rechtstreeks-verzekerden en hun gezinsleden). Vrijwillige verzekering werd mogelijk. Premies werden geheven naar draagkracht en werden opgebracht door werkgever en werknemer. De inning van de premie werd opgedragen aan de Raden van Arbeid. Er werd staatstoezicht ingesteld.
- Werd na de bevrijding in Amsterdam, waar hij woonde op de Minervalaan, gearresteerd waarna hij tot 7 oktober 1945 gedetineerd was, laatstelijk in Kamp Laren.
- Mr.dr. J.J.Boasson, die in 1941 wegens zijn joodse afkomst was ontslagen als secretaris van de gemeente Den Haag, kwam na de bevrijding voor hem op en schreef aan de advocaat van Verwey, dat hij al sedert 1908 met Verwey bevriend was.
- Het Centraal Orgaan op de Zuivering van het Overheidspersoneel adviseerde minister Drees op 11 maart 1946 Verwey te ontslaan met verlies van alle rechten. De bewindsman nam dit advies over, maar handhaafde het recht op 70% van het pensioen. Daarvan zou Verwey nog ongeveer 38 jaar genieten.
- Op 26 februari 1948 werd hij onvoorwaardelijk buiten vervolging gesteld.
uit de privésfeer
- Hij was bisschop in de Vrije Katholieke Kerk. Als een sterk naar de mystiek neigende christen doorspekte hij zijn redeneringen veelal met stichtelijke exclamaties.
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
L. de Jong, "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", deel IV, eerste helft, 191
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.