partijloze liberaal
functie(s) in de periode 1922-1925: minister
Personalia
voornamen (roepnaam)
Evert Pieter
geboorteplaats en -datum
Haarlem, 21 augustus 1873
overlijdensplaats en -datum
IJsselstein, 4 augustus 1964
Partij/stroming
stroming(en)
conservatief-liberaal
Hoofdfuncties/beroepen (5/12)
- als officier gedetacheerd bij het ministerie van Marine, van januari 1909 tot 1 juli 1913
- inspecteur van de comptabiliteit van 's Rijkswerven, van 1 juli 1913 tot 1 maart 1915 (gedetacheerd als officier)
- directeur 's Rijkswerven en directeur Rijkswerf te Willemsoord, van 1 maart 1915 tot 16 november 1918
- directeur-generaal Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telephonie, van 16 november 1918 tot 18 september 1922 (vanaf september 1922 op non-actief, formeel ontslag mei 1923)
- minister van Marine, van 18 september 1922 tot 4 augustus 1925 (beëdigd 22 september 1922)
officiersrangen
- luitenant-ter-zee tweede klasse, van 1 juni 1897 tot 1 december 1908
- luitenant-ter-zee eerste klasse, van 1 december 1908 tot 1 maart 1915
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
Nevenfuncties (4/11)
- voorzitter AVRO (Algemeene Vereeniging voor Radio-Omroep), van november 1927 tot november 1929
- voorzitter Vereniging "Het Zeemanshuis", van 1930 tot 1948
- directeur Maatschappij ter behartiging van de Nationale Scheepvaartbelangen N.V. (BENAS) te 's-Gravenhage, van 13 juli 1944 tot 1 januari 1952
- voorzitter Stichting Week- en Maandbrieven, omstreeks 1949
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
Opleiding
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
Activiteiten
als bewindspersoon (beleidsmatig)
- Stelde in november 1922 de Staatscommissie-Patijn in, die de tempo van de aanbouw van de in het ontwerp-Vlootwet voorgestelde vloot moest onderzoeken
- Was in 1923 eerste woordvoerder van de regering bij het debat over de ontwerp-Vlootwet. Dat ontwerp behelsde de bouw van een marinevloot met een kern van zestien onderzeeboten, twee kruisers, twee onderzeebootmijnenleggers, twaalf jagers en vier flottieljevaartuigen, alsmede honderd vliegtuigen. De kosten hiervan werden over zes jaar verdeeld. De Tweede Kamer verwierp het wetsvoorstel op 26 oktober 1923 met 50 tegen 49 stemmen.
Wetenswaardigheden
algemeen
- Als regeringsgedelegeerde deelnemer aan een in 1920 te Parijs gehouden congres van de Volkenbond over verkeersaangelegenheden
- Werd net als minister Van Swaaij pas op 21 september 1922 beëdigd, maar was op 19 september wel als benoemd minister aanwezig bij de opening van de zitting van de Staten-Generaal
uit de privésfeer
- Zijn vader was wethouder van Haarlem
Publicaties van/over
literatuur/documentatie
Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
Familie/gezin
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.