Dr. J.C.H.H. (Netty) de Vink

J.C.H.H. de Vink
bron: KDC Nijmegen

KVP-Tweede Kamerlid. Deftige Utrechtse juriste uit een welgestelde katholieke familie, die in de crisistijd als werkloze volkenrechtspecialiste in de internationale vrouwenbeweging terecht kwam. In 1945 de enige vrouwelijke katholieke parlementariër in het noodparlement. Behalve met internationale juridische zaken hield zij zich ook bezig met maatschappelijk werk. Steunde met een kleine minderheid uit de KVP-fractie in 1955 de motie-Tendeloo over de arbeid van de gehuwde vrouw. Degelijke beschouwelijke afgevaardigde die nooit uit de band sprong.

RKSP, KVP
functie(s) in de periode 1945-1967: lid Tweede Kamer

Inhoud

  1. Personalia
  2. Partij/stroming
  3. Hoofdfuncties/beroepen
  4. Partijpolitieke functies
  5. Nevenfuncties (4/12)
  6. Opleiding
  7. Activiteiten
  8. Wetenswaardigheden
  9. Publicaties van/over
  10. Familie/gezin

Personalia

voornamen (roepnaam)

Jeannette Cornelia Hendrika Hubertina (Netty)

geboorteplaats en -datum

Utrecht, 2 september 1909

overlijdensplaats en -datum

Utrecht, 8 augustus 1995

Partij/stroming

partij(en)

  • RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij), tot 22 december 1945
  • KVP (Katholieke Volkspartij), vanaf 22 december 1945

Hoofdfuncties/beroepen

  • zonder beroep
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 november 1945 tot 4 juni 1946
  • lid gemeenteraad van Utrecht, van 6 september 1946 tot 16 september 1947
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 18 september 1947 tot 27 juli 1948
  • lid gemeenteraad van Utrecht, van 28 april 1949 tot 6 september 1949
  • lid gemeenteraad van Utrecht, van 5 juli 1951 tot 1 januari 1954
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 juni 1953 tot 22 februari 1967

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

Nevenfuncties (4/12)

  • lid Nederlandse delegatie naar de algemene vergadering van de Verenigde Naties, 1961
  • lid Nederlandse delegatie naar de algemene vergadering van de Verenigde Naties, 1962
  • lid Nationale Raad van Advies voor Hulpverlening aan minder-ontwikkelde landen, vanaf 26 januari 1964
  • vicevoorzitter CEBEMO (Centrale voor Bemiddeling bij Medefinanciering van Ontwikkelingsprogramma's), omstreeks 1971

afgeleide functies, presidia etc.

ondervoorzitter vaste commissie voor Maatschappelijk Werk (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 16 november 1956 tot 21 september 1965

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

Activiteiten

als parlementariër

  • Hield zich in de Tweede Kamer vooral bezig met volkenrechtelijke vraagstukken, internationaal recht, ontwikkelingssamenwerking en met maatschappelijk werk
  • Voerde in september 1959 naast fractievoorzitter Romme het woord bij de algemene beschouwingen. Zij sprak toen over het belang van geestelijke verheffing in een tijd van toenemende materiële welvaart.

opvallend stemgedrag (2/5)

  • In 1957 stemden zij en Agnes Nolte als enigen van de KVP-fractie vóór een (aangenomen) amendement over het schrappen van een artikel over het ontslag van gehuwde onderwijzeressen
  • Behoorde in 1962 tot de minderheid van haar fractie die vóór een (verworpen) amendement-Van Someren/Versteeg stemde over het geven van onderwijs in Grieks en Latijn in beide afdelingen van het gymnasium

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.

Wetenswaardigheden

algemeen

  • Werd in 1953 Tweede Kamerlid, nadat E.G.M. Roolvink op aandrang van het partijbestuur ontslag had genomen. Een beroep daartegen van Roolvink werd afgewezen door de partijraad. De Vink had volgens het bestuur recht op een zogenoemde 'kwaliteitszetel'.
  • Keerde na de herindeling per 1 januari 1954 niet terug in de raad van de nieuwgevormde gemeente Utrecht
  • Behoorde in 1965 tot de zes leden in de KVP-fractie die tegen tijdelijke afwijking van de structurele begrotingsnorm stemde, zoals vastgelegd in het ontwerp-regeerakkoord van het kabinet-Cals

uit de privésfeer

  • Was voor zij in de Kamer kwam plaatselijk en landelijk actief op sociaal-charitatief gebied
  • Haar oom, H.W. de Vink, was lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht

Publicaties van/over

literatuur/documentatie

  • A.W. Abspoel, "Van Binnen- en Buitenhof" (1956), 88-89
  • Wie is dat? 1956

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.