C.Th. van Meurs
Artillerie-officier en onder meer directeur van de stapel- en constructiemagazijnen in Delft en van de geschutsgieterij in Den Haag. zoon van een patriottische gezinde officier, later honorair pensionaris van Zierikzee. Minister van Oorlog in het kabinet-Rochussen tijdens de Oostenrijks-Italiaanse oorlog, waarbij Limburg als deel van de Duitse Bond zijdelings betrokken was. Werd in de Tweede Kamer sterk bekritiseerd en trad daarop af. Keerde daarna terug in militaire dienst.
Technocraat
functie(s) in de periode 1858-1859: minister
Inhoudsopgave van deze pagina:
-
-directeur stapel- en constructiemagazijnen te Delft, van 1 juni 1842 tot 1 december 1856
-
-directeur eerste artillerie-directie, tevens belast met de functie van directeur van 's Rijks gieterij van metalen geschut, vanaf 1 november 1856
-
-minister van Oorlog, van 1 januari 1858 tot 1 september 1859
-
-weer in actieve dienst, van 1 september 1859 tot 1 maart 1863 (bevordering tot luitenant-generaal)
-
-gepensioneerd, 1 maart 1861
officiersrangen (4/8)
-
-luitenant-kolonel der artillerie, van 1853 tot 18 april 1855
-
-kolonel der artillerie, van 18 april 1855 tot 22 december 1857
-
-generaal-majoor, 23 december 1857
-
-luitenant-generaal, vanaf 1 augustus 1859
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
-
-voorzitter raad van toezicht op de spoorwegdiensten, van 10 oktober 1863 tot 22 januari 1870 (na opheffing spoorwegcommissie; eervol ontslagen)
-
-voorzitter hoofdcomité tot hulpverlening aan zieke en gewonde krijgslieden in oorlogstijd, van 1882 tot 1888
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
-
-Met het oog op dreigend oorlogsgevaar in verband met eenheidsbeweging in Italië, werden door hem, in overleg met de Duitse bond de lichtingen 1856 en 1857 onder de wapenen gehouden. Tevens stelde hij voor het Bondscontigent uitsluitend uit Limburgers te laten bestaan. Hierover ontstond grote beroering in de Tweede Kamer, vooral bij de Limburgse leden. Het wetsontwerp over het onder de wapenen houden van de lichtingen 1856 en 1857 werd op 7 juni 1859 wel met 34 tegen 32 stemmen aangenomen, maar omdat Van Meurs meende te weinig steun te hebben gekregen, vroeg hij op 31 juli ontslag.
uit de privésfeer
-
-Nam in 1831 deel aan de Tiendaagse veldtocht
-
-Zijn vader was officier, onder meer in het Bataafse leger
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel VII, 870
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.