Artikel III-9: Talen
De talen waarin iedere burger van de Unie krachtens [artikel I-8] de instellingen of organen kan aanschrijven en ook in die taal antwoord kan krijgen, worden genoemd in [voorheen artikel 314]. De in dit artikel bedoelde instellingen en organen worden genoemd in [de artikelen I-18, lid 2, en I-31]; ook de Europese ombudsman behoort hiertoe.
De talen waarin iedere burger van de Unie krachtens [artikel I-8] de instellingen of organen kan aanschrijven en ook in die taal antwoord kan krijgen, worden genoemd in [voorheen artikel 314]. De in dit artikel bedoelde instellingen en organen worden genoemd in [de artikelen I-18, lid 2, en I-31]; ook de Europese ombudsman behoort hiertoe.
De talen waarin iedere burger van de Unie krachtens artikel I-8 het recht heeft de instellingen en de adviesorganen aan te schrijven en antwoord te krijgen, worden genoemd in artikel IV-10. De in dit artikel bedoelde instellingen en adviesorganen worden genoemd in artikel I-18, lid 2, en artikel I-31; ook de Europese ombudsman behoort hiertoe.
De talen waarin iedere burger van de Unie krachtens artikel I-8, lid 2, onder d), het recht heeft de instellingen en de adviesorganen aan te schrijven en antwoord te krijgen, worden genoemd in artikel IV-10. De in dat artikel bedoelde instellingen en adviesorganen worden genoemd in de artikelen I-18, lid 2, I-29, I-30 en I-31; ook de Europese ombudsman behoort hiertoe.
De talen waarin iedere burger van de Unie krachtens artikel I-10, lid 2, onder d), het recht heeft zich tot de instellingen en de organen te richten en antwoord te krijgen, worden genoemd in artikel IV-448, lid 1. De in artikel I-10, lid 2, onder d), bedoelde instellingen en organen worden genoemd in de artikelen I-19, lid 1, tweede alinea, en in de artikelen I-30, I-31 en I-32; ook de Europese ombudsman behoort hiertoe.